Categoriearchief: loopbaan

Het verzuim is altijd hoog in de zorg: Pien kijkt al 20 jaar wat er nog wél kan

Sanne Hoving

Hoe minder Pien Lockhorst te doen heeft, hoe beter. Want dat zou betekenen dat er weinig langdurig zieken zijn bij Treant, de zorgorganisatie waar ze al bijna dertig jaar werkt. Als mobiliteitsadviseur houdt Pien zich bezig met het zoeken naar nieuwe functies voor medewerkers die hun oude werk niet meer kunnen doen. En daar heeft ze haar handen vol aan.

Pien stond aan het begin van haar loopbaan zelf aan het bed.

Toen Pien twintig jaar geleden begon met het opzetten van het mobiliteitscentrum, was het ziekteverzuim in het Scheperziekenhuis meer dan 10%. Zo hoog als toen is het gelukkig nooit meer geworden, maar het verzuim in de zorg is nog altijd hoog en dat is bij Treant niet anders. Pien heeft de zorg van dichtbij zien veranderen, en ook haar eigen werk bleef in al die jaren niet hetzelfde.

Pien begon haar loopbaan als verpleegkundige. Ze kwam er al vroeg achter dat ze dat werk niet haar hele leven wilde doen, maar dat ze zelf aan het bed heeft gestaan is wel een voordeel in haar huidige baan. ‘Ik hoor wel eens van leidinggevenden dat ik begrijp wat mensen doen. Ik weet wat werkdruk is in de zorg. En ik weet wat administratieve last doet met medewerkers die zorg willen verlenen aan patiënten en bewoners.’

Meer administratie en zwaardere zorg

Die toegenomen administratielast is één van de grote veranderingen in de zorg, maar ook de zorgzwaarte is enorm toegenomen, zegt Pien. ‘Vroeger kwamen mensen met een gebroken enkel op orthopedie en lagen ze er een week. Nu zijn die mensen binnen een dag weer thuis. Alleen de mensen die echt niet thuis verzorgd kunnen worden, blijven in het ziekenhuis of gaan naar het verpleeghuis of woonzorgcentrum.’

Niet iedereen is geschikt om deze intensieve zorg te leveren. Sommige mensen die twintig jaar geleden met veel plezier in de zorg werkten houden het nu niet meer vol. Dat geldt ook voor de ouderenzorg. Tegenwoordig zijn er veel meer mensen met dementie. Die kunnen niet meer allemaal op een speciale afdeling worden ondergebracht, en dus komen ze ook in ‘gewone’ woonzorgcentra terecht. Verpleegkundigen en verzorgenden die niet meer met deze doelgroep kunnen werken, hebben daardoor steeds meer moeite om een passende werkplek te vinden.

Natuurlijk zijn er ook positieve ontwikkelingen, ziet Pien: ‘Er is veel meer techniek gekomen. Apparatuur en middelen zijn veel beter en mooier geworden. We doen voorzichtig wat met robotisering. Dat maakt het werk op sommige vlakken gelukkig weer wat makkelijker.’

Ziek is niet meer zomaar ziek

Ook in haar eigen vak is er veel veranderd, vertelt Pien. Er wordt anders gekeken naar verzuim. ‘Tegenwoordig wordt er veel zakelijker gekeken naar ziek zijn dan toen ik begon. Vroeger brak je een been en zat je zes weken ziek thuis. Nu wordt al snel gekeken of je dan nog wat administratief werk kunt doen. Je hebt een overeenkomst, levert een dienst en krijgt daarvoor salaris. En als je die dienst niet meer kunt leveren, ontstaat er een probleem.’

Dat klinkt hard, maar veruit de meeste mensen vinden het zelf ook heel vervelend dat ze ziek zijn en niet meer kunnen doen waarvoor ze betaald worden. Daarom helpt Pien ze met zoeken naar wat er dan nog wél kan.

Doorgaan tot je erbij neervalt

In eerste instantie wordt vaak gekeken naar ander werk op de eigen afdeling. ‘Mensen die bij het mobiliteitscentrum komen, hebben vaak al van alles geprobeerd’, vertelt Pien. Ze ziet geregeld mensen die ondanks een aangepast takenpakket of een kortere werkweek toch het werk niet volhouden.

‘Er zijn mensen die doorgaan tot ze erbij neervallen. En dan pas gaan ze zich afvragen welk ander werk ze kunnen doen. Het zou mooi zijn als ze zich iets vaker de vraag stellen hoe lang ze het nog volhouden en eerder actie ondernemen. Dit wordt wel meegenomen in jaargesprekken, maar we doen er nog te weinig mee, vind ik.’

De oplossing: meer rouleren

Een mogelijke oplossing is volgens Pien dat mensen meer gaan rouleren en op verschillende plekken in de organisatie rondkijken. Niet alleen voor de gezondheid van de medewerkers, ook voor de kwaliteit van de zorg levert dat voordelen op. ‘Laatst was er nog een medewerker van een verpleegafdeling  die had stagegelopen op een poli in het ziekenhuis. Een inkijk krijgen op het werk op een poli gaf haar meer informatie over hoe processen lopen tussen verpleegafdelingen en poliklinieken. Zo’n medewerker kan zorgen voor meer begrip aan beide kanten omdat ze ziet waar de problemen vandaan komen.’

Ondanks de personeelstekorten in de zorg is het op maat maken van functies dan weer lastig volgens Pien. Het gebeurt wel, maar meestal alleen om mensen in hun eigen functie te behouden. Voor iemand die ergens nieuw geplaatst wordt, worden niet zo snel uitzonderingen gemaakt.

‘Passend werk is passend op de vacature’, vindt Pien. ‘Je moet niet de vacature nog moeten aanpassen. Daarvoor is het werk te complex en onvoorspelbaar. De patiënten en bewoners kunnen elke dag andere zorg nodig hebben, dus mensen moeten redelijk flexibel en allround zijn binnen hun functie.’

De helft vindt ander werk

Zo’n 50% tot 60% van de mensen die bij het mobiliteitscentrum binnenkomen, vindt een nieuwe baan. Meestal binnen de organisatie, soms ook daarbuiten, al willen de meeste mensen het liefst bij Treant blijven.

Pien is er trots op dat het al vijftien jaar lukt om ruim de helft van de kandidaten aan ander werk te helpen, ook al zijn de omstandigheden steeds lastiger. De meeste mensen die herplaatst worden gaan van een actieve functie naar meer zittend, fysiek lichter werk. Maar die plekken worden schaarser.

Zelf aan het stuur zitten

Tijdens de zoektocht naar ander passend werk zitten medewerkers soms lang in onzekerheid. Vaak loopt er een medisch traject waarvan de uitkomst onzeker is, na een jaar verliezen mensen 30% van hun inkomen en als ze na twee jaar geen nieuwe plek hebben verliezen ze hun baan.

‘Die onzekerheid is fnuikend’, zegt Pien. ‘Ik kan mensen niet zeggen hoe en waar het eindigt. Ik kan ze alleen aanmoedigen duidelijke keuzes te maken en actie te blijven ondernemen. Hoe meer ze zelf het stuur pakken hoe meer kansen er ontstaan. En de keuze kan in sommige gevallen ook zijn om te accepteren dat werken helemaal niet meer lukt.’

Pien heeft recent de keuze gemaakt om minder te gaan werken.

Na twintig jaar in deze functie heeft Pien recent een keuze voor zichzelf gemaakt. Vanaf januari werkt ze twaalf uur minder per week. Zo draagt ze geleidelijk het stokje over aan haar collega’s en houdt ze het werk voor zichzelf leuk. ‘Eigenlijk had ik dat al eerder willen doen, maar ik heb dat niet voldoende duidelijk gemaakt, denk ik’, zegt Pien. Ook voor haarzelf weer een les: duidelijkheid creëer je zelf, door uit te spreken wat je wilt en de consequenties van je keuzes te accepteren.

‘Die laatste reorganisatie was een wake-upcall’

Sanne Hoving

Stel, je hebt een leuke baan en bent er nog lang niet zat van, maar door verschillende reorganisaties zie je je collega’s één voor één vertrekken. Wacht je dan tot het jouw beurt is, of neem je zelf het initiatief? Sandra Geerts koos voor het laatste, en heeft daar nog geen dag spijt van.

Bijna twintig jaar werkte Sandra bij de Rabobank, van 1999 tot 2018. Dat klinkt best lang, maar doordat ze elke paar jaar van functie wisselde bleef het spannend. ‘Ik rolde van baan naar baan’, vertelt Sandra. ‘Er was altijd wel een nieuw project of een opleiding die ik kon doen, dus ik dacht nooit aan vertrekken. Leuk werk, goede arbeidsvoorwaarden, dichtbij huis, het was een gouden kooi.’

Wake-upcall

Sandra ‘overleefde’ een aantal reorganisaties. Een tijdlang dacht ze daar niet echt bij na, maar ineens ging de knop om. ‘Bij de laatste reorganisatie die ik meemaakte bleef ik over op basis van mijn leeftijd. Er was een verdeelsleutel gemaakt en omdat ik in mijn leeftijdscategorie de meeste ervaringsjaren had mocht ik blijven. Als ik een jaar ouder was geweest, had ik eruit gemoeten.’

Die willekeur was een wake-up call voor Sandra. ‘Ik was heel trouw aan mijn werkgever, maar mijn vertrouwen liep een deuk op. Ik besefte: het is wachten op de volgende ronde en misschien lig ik er dan wel uit.’ En dus maakte Sandra gebruik van het aanbod een loopbaantraject te volgen, want dat was inmiddels beschikbaar voor elke medewerker die dat wilde, niet alleen voor de mensen die ontslag kregen.

De wereld buiten de bank

Sandra deed een intakegesprek met drie verschillende loopbaancoaches en koos uiteindelijk voor Cvites. ‘Agnes, mijn coach, stond heel ver af van de financiële wereld waar ik uit kwam. Zij vroeg mij naar de betekenis van termen die ik na al die jaren bij de bank heel normaal vond. Ik dacht: die gaat mij uit mijn comfortzone trekken en kritische vragen stellen. Niet dat ik dat leuk vond, maar ik wilde wakker geschud worden en dit was precies wat ik nodig had.’

Twee belangrijke dingen leerde Sandra van het loopbaantraject. Ten eerste: spreek een taal die iedereen begrijpt en verstop je niet in vakjargon. En ten tweede: ontdek hoe leuk de wereld is buiten je eigen sector. ‘Ik had nooit gedacht dat er buiten de bank nog zoveel leuks te doen was. Ik heb tijdens mijn loopbaantraject meegelopen bij een woningcorporatie, een gemeente, in het onderwijs, in de zorg. Er is zoveel leuk, zo veel organisaties waar ik zou kunnen passen.’

Het werd de zorg. De sector waar Sandra op de middelbare school al voor had gekozen. Op haar 18e begon ze met een opleiding verpleegkunde, maar het werken in het ziekenhuis viel haar zwaar en ze besloot te stoppen. Nu, bijna dertig jaar later, voelt Sandra zich in de zorg wel op haar plek.

Wat wil je zelf?

Sandra heeft nog geen dag spijt van haar overstap van de bank naar de zorg.

Inmiddels is ze leidinggevende van drie poliklinieken in het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen. De lessen die Sandra leerde tijdens haar eigen loopbaantraject, probeert ze nu door te geven aan haar team. Ze stimuleert mensen zelf initiatief te nemen, hun wereld te vergroten en daarmee de baas te worden over hun loopbaan. En daar moesten ze in haar team eerst even aan wennen.

‘Tijdens mijn eerste gesprekken met medewerkers vroegen ze mij hoe ik hun toekomst zag. Ik gaf die vraag terug: wat wil je zelf? Mensen schrokken daar wel eens van van. Inmiddels, na 2,5 jaar, komen de opleidingsplannen binnen en nemen mensen zelf regie over hun loopbaan’, vertelt Sandra.

Stap voor stap de veilige wereld loslaten

Het ziekenhuis is voor veel mensen wat de Rabobank was voor Sandra: een veilige wereld, die je kent en die je als vanzelfsprekend beschouwt. Mensen die niet meer op hun plek zitten helpt Sandra daarom stap voor stap hun veilige omgeving los te laten. ‘Doordat ik drie poliklinieken aanstuur en goede contacten heb met collega’s van andere afdelingen, kan ik mensen van de ene poli op de andere inzetten. Ik heb nu al een paar keer gezien dat zo’n kleine stap het begin is van iets groots. Doordat mensen ervaren dat ze het ook leuk kunnen hebben op een andere werkplek, groeit het zelfvertrouwen en durven ze ineens te solliciteren naar andere functies binnen het ziekenhuis of zelfs daarbuiten.’

Niet dat Sandra de mensen graag ziet vertrekken. Integendeel: ook zij ziet de tekorten in de zorg en weet hoe hard de mensen nodig zijn. Maar dan wel mensen die gelukkig zijn in hun werk, die een goede werk-privébalans hebben en die goed samenwerken in een team.

Zorg voor medewerkers begint met luisteren

‘Zowel vanuit het team als van personeelszaken krijg ik terug dat het opvalt dat ik veel gesprekken voer over de balans tussen werk en privé. Ik vraag mensen wat ze nodig hebben om goed te blijven functioneren, ook over drie en vijf jaar’, vertelt Sandra. Natuurlijk heeft ook zij te maken met protocollen, roosters en wet- en regelgeving en kan ze niet ieder verzoek honoreren, maar door te luisteren naar de mensen op de werkvloer verandert er al heel veel, vindt ze.

Terug naar de Rabobank wil Sandra niet meer. Maar nu ze de wijde wereld heeft gezien valt het haar nog meer op hoe goed de bank voor haar medewerkers zorgt, ook de medewerkers die vertrekken. ‘Vanaf het moment dat ik met mijn loopbaantraject startte ben ik heel goed begeleid. Om de overstap naar de zorg te kunnen maken heb ik nog twee post-hbo-studies gedaan en die heeft de Rabobank vanuit het beschikbare ontwikkelbudget deels betaald’, zegt Sandra.

Op haar beurt wil Sandra nu voor haar medewerkers zorgen en zo haar bijdrage leveren aan de zorg. Onrust wegnemen, écht luisteren, mensen helpen na te denken over wat ze zelf willen, daar begint het mee. Waar dat dan toe kan leiden, weet Sandra ook nog niet precies. Maar zoals ze heeft geleerd van haar loopbaantraject: als het eerste stapje genomen is komt de boel vanzelf aan het rollen.

Ernest maakte in 20 jaar twee keer een carrièreswitch: ‘Er komen altijd dingen op je pad’

Sanne Hoving

Als het allemaal net een beetje anders was gelopen, had Ernest de Joode misschien wel zijn hele leven bij Albert Heijn gewerkt. Hij had een fijne baan, een prima inkomen en de zekerheid van een stabiele werkgever. Maar nadat hij in 2008 ontslag nam om P&O’er te worden bij Cvites, veranderde er iets. De behoefte aan zekerheid is er nog steeds, maar daarbij kwam het vertrouwen dat het wel goed komt als je soms een sprong waagt. En dus durfde Ernest twee jaar geleden opnieuw het roer om te gooien om fietsmonteur te worden.

‘Het meest bepalende moment in mijn carrière was mijn ontslag bij Albert Heijn’, vertelt Ernest. Als Management Assistent Supermarkt (MAS) zette hij zelf zijn ontslag in het systeem, na een dienstverband van achttien jaar. Hij had een mooie ontwikkeling doorgemaakt en had plezier in zijn functie, een combinatie van personeelsadministrateur en managementassistent. Maar sinds een paar jaar voelde hij dat zijn functie werd uitgehold en misschien wel zou gaan verdwijnen. Dus was hij in 2005 met een opleiding begonnen, hbo Personeel en Arbeid. Een goede keuze, want in het laatste jaar van zijn opleiding verviel inderdaad zijn functie.

Solliciteren tussen de boodschappen

Het eerste sollicitatiegesprek met Cvites voerde Ernest op de werkvloer bij Albert Heijn, waar directeur Geert Hoving samen met zijn vrouw Aletta de weekboodschappen deed. ‘Volgens mij hebben we wel een half uur staan praten’, herinnert Ernest zich. Het resulteerde in een afstudeerstage en uiteindelijk een baan als junior personeelsadviseur. Een enorme overgang: ‘Je komt in een heel andere cultuur terecht. Albert Heijn was een bedrijf van zekerheden. Alles lag vast in handboeken en procedures. En de markt is voorspelbaar, want mensen hebben nu eenmaal eten nodig. Bij Cvites moest nog heel veel ontwikkeld worden. De functie van P&O’er was nieuw in het bedrijf. Bovendien is de markt van loopbaanontwikkeling heel onvoorspelbaar en dat brengt een bepaalde hectiek met zich mee.’

Die hectiek had ook gevolgen voor Ernest, want na een paar jaar moest Cvites krimpen en kon Ernest niet aanblijven in zijn functie. Hij vond snel ander werk en werkte uiteindelijk bij drie verschillende organisaties. ‘Na die eerste keer werd het loslaten steeds makkelijker. Ik heb ervaren dat het wel goed komt als bepaalde zekerheden wegvallen. Veel mensen blijven zitten waar ze zitten, uit angst of onzekerheid. Maar ik weet nu dat wanneer je een sprong waagt, er altijd dingen op je pad zullen komen.’

Elke dag spanning

Hoewel het werk als P&O’er hem goed afging, gaf het hem toch geen goed gevoel. Elke dag had Ernest stress van zijn werk. ‘Ik had continu een soort onderhuidse spanning. Niet dat anderen dat aan mij merkten, maar ik kon echt opzien tegen de werkdag. In de loop van de dag verdween dat wel, maar de volgende ochtend was het er weer’, vertelt Ernest. Als perfectionist had hij veel stress als hij nadacht over de gevolgen van zijn beslissingen. ‘Je hebt te maken met ziekteverzuim, ontslagzaken, arbeidsconflicten, daar hangt veel van af.’

Bij zijn laatste baan als casemanager ziekteverzuim liep de spanning zo hoog op dat Ernest voelde dat het anders moest: ‘Ik ben niet uitgevallen, maar als ik een half jaar langer zo was doorgegaan was dat waarschijnlijk wel gebeurd.’ En dus moest opnieuw het roer om.

Van P&O’er naar fietsenmaker

Ernest in de werkplaats

Vanuit zijn hobby wielrennen had hij ooit wel gedacht aan het vak van fietsenmaker, maar echt concreet werden die plannen nooit. Tot hij in 2018 thuis kwam te zitten. Het UWV wees hem op een opleiding tot fietstechnicus en via de wielerclub kwam hij aan een werkervaringsplaats. Inmiddels werkt Ernest ruim twee jaar bij Zantingh Tweewielers. Een baan waar hij van geniet en waarin hij elke dag nieuwe dingen leert.

 

Dat zijn carrière zo zou lopen had Ernest zelf niet kunnen voorspellen. Het waren vaak de omstandigheden die maakten dat hij voor een keuze kwam te staan. Maar door die keuzemomenten ontwikkelde hij wel een bepaald bewustzijn. ‘Misschien hebben toeval en geluk een rol gespeeld. Maar ik heb ook hele bewuste keuzes gemaakt.’

Waar Ernest op doelt is dat hij geleerd heeft naar zichzelf te luisteren. Dat het er niet alleen om gaat dat je iets kunt, maar dat je ook doet wat je leuk vindt. En dat je je bewust bent van je sterke en minder sterke punten, zodat je weet waarom iets wel of niet bij je past. Zo ontdekte Ernest dat zijn perfectionisme weliswaar prettig was voor zijn baas, maar er ook voor zorgde dat hij iedere dag met spanning naar zijn werk ging.

Beren op de weg

De stap van P&O’er naar fietsenmaker betekende voor Ernest dat hij minder ging verdienen. Een offer dat hij als dertiger misschien niet had kunnen of willen brengen, maar waar hij nu totaal niet mee bezig is. Het scheelt dat hij zijn uitgavenpatroon niet altijd heeft laten meegroeien met zijn inkomen, waardoor een stap terug voor hem geen grote gevolgen had.

Door zijn ervaring als P&O’er heeft Ernest veel mensen gezien en gesproken die voor eenzelfde soort keuze stonden als hij. En hoewel hij inmiddels ervaringsdeskundige is, weet hij als geen ander dat het niet makkelijk is om een carrièreswitch te maken. ‘De belangrijkste belemmeringen zijn vaak beren op de weg die mensen zelf opwerpen. Ik kan geen zekerheden opgeven want ik heb een gezin te onderhouden. Wie wil mij nou hebben, want ik ben al zo oud. Zulke gedachten kunnen je echt in de weg zitten.’

Om in beweging te komen moeten die belemmerende gedachten weg, en dat krijg je volgens Ernest vaak niet in je eentje voor elkaar. Hij adviseert mensen die een carrièreswitch overwegen dan ook altijd om hulp te vragen. ‘Dat kan een goede vriend zijn, een loopbaanbureau, het UWV. Zorg dat je onderzoekt wat er nodig is. En als het nu niet direct mogelijk is om over te stappen, wat heb je dan nodig om te zorgen dat het in de toekomst mogelijk wordt? De eerste stap moet je zelf zetten. Pas als je zelf in actie komt, komen anderen ook naar jou toe.’

Cvites is al 20 jaar onderdeel van mijn leven, nu ben ik onderdeel van Cvites

Sanne Hoving

Van jongs af aan was het mijn vaders grote droom om ooit voor zichzelf te beginnen. Twintig jaar geleden maakte hij deze droom waar. Samen met zijn compagnon Laurens begon hij zijn eigen bedrijf. Ik wist een beetje waar mijn vader mee bezig was en dat er veel tijd en energie in zat. Verder was ik als brugklasser vooral met mijn eigen leven bezig. De geboorte van Cvites was de achtergrond van mijn eerste huiswerk, mijn eerste schoolfeest en mijn eerste zoen.

Wat ik wilde worden veranderde wekelijks: schrijver, boerin, hotelmanager, bondscoach, letselschadeadvocaat (ja, zo specifiek was het). Ik vond eigenlijk alles wel leuk. Totdat het werkende leven begon. Mijn eerste bijbaantje was het bezorgen van tijdschriften. Een van de weinige dingen die je mag doen op je veertiende. Het mooiste was dat je wist wie in de buurt een abonnement op de Playboy had. Maar tijdens het fietsen met die grote, zware fietstassen verging het lachen me snel. Toen ik het geld voor een dansreis bij elkaar gespaard had was mijn carrière als tijdschriftenbezorger dan ook snel voorbij.

Het plan: journalist worden

Op mijn zestiende was mijn loopbaanplan voor de volgende tien jaar geschreven. Ik zou Communicatie- en Informatiewetenschappen studeren als toegangsticket voor een master Journalistiek. En daarna zou ik als journalist gaan schrijven over onderwerpen als klimaatverandering, uitbuiting, dierenleed en ongelijkheid.

Acht van de tien jaar verliep alles volgens plan. Uit persoonlijke interesse en om inhoudelijk wat sterker te worden volgde ik ook nog de bachelor filosofie, waarvoor ik een half jaar naar Berlijn ging. Mijn bijbaan bij Albert Heijn zegde ik op om een online beursjournaal te gaan presenteren. Ik werd toegelaten tot de master journalistiek. En toen kwam ik erachter dat het vak waar ik van droomde toch niet helemaal was wat ik me ervan had voorgesteld. Alle bevlogen docenten van ‘het mooiste vak van de wereld’ ten spijt kreeg ik steeds meer weerstand tegen het schrijven. De ‘kritische distantie’ die nodig was voor een goed stuk ervoer ik als afstandelijk en onpersoonlijk. Toen ik tijdens een stage ook nog eens een begeleider kreeg met wie het helemaal niet klikte was het gedaan en heb ik het hoofdstuk journalistiek gesloten.

Dat ging natuurlijk niet zonder slag of stoot. Meteen na je afstuderen besluiten dat je het verkeerde vak hebt geleerd, is eng. Zeker als je net naar de andere kant van het land bent verhuisd en je vertrouwde omgeving vaarwel hebt gezegd. Terwijl ik hiermee worstelde, ging ook Cvites door een diep dal. Als gevolg van de financiële crisis verloor het bedrijf veel klanten en was er geen vraag meer naar een groot deel van de dienstverlening. Net als ik moest ook Cvites zichzelf opnieuw uitvinden. Tijdens dat proces vonden we elkaar: met mijn communicatieachtergrond kon ik Cvites helpen zichzelf opnieuw in de markt te zetten. Zo kreeg ik relevante werkervaring en Cvites een nieuwe website.

Mijn eerste carrièreswitch

Werken tussen de loopbaancoaches is handig als je op zoek bent naar een baan. Via Cvites-collega Heidy kwam ik in contact met Adecco, waar ik mijn eerste stappen zette in de arbeidsbemiddeling. Hier kon ik mijn journalistieke vaardigheden toepassen, zoals vragen stellen, niet bang zijn om op mensen af te stappen en snel verbanden leggen, maar dan als betrokkene en met als doel een langere samenwerkingsrelatie op te bouwen.

De arbeidsbemiddeling is een fantastische sector als je graag nieuwe mensen ontmoet, nieuwsgierig bent naar verschillende bedrijven en sectoren en houdt van snel en zelfstandig werken. Maar het is ook een sector met een hoog verloop van collega’s en veel onderlinge competitie. Die keerzijde ging mij tegenstaan en na vijf jaar in de uitzend- en detacheringswereld voelde ik dat het tijd werd voor iets anders.

(Weer) tijd voor verandering

(K)raamvisite in Coronatijd

Het afgelopen jaar veranderde alles. Ik verhuisde van Rotterdam naar Utrecht, kreeg een kind en zag tijdens mijn zwangerschapsverlof hoe de coronacrisis de wereld platlegde. Ineens moest alles op afstand. Een borrel, concert of onderwijs op afstand haalt het niet bij het origineel. Maar in veel andere vakgebieden blijkt er toch meer digitaal te kunnen dan we altijd dachten. Zo ook bij Cvites.

 

Corona heeft de afstand tussen Utrecht en Emmen verkleind en creëerde voor mij een mogelijkheid die ik lang ontkende. Want in dit jubileumjaar begin ik mijn carrière als loopbaancoach in het bedrijf van mijn ouders. Ouders, ja, want ook mijn moeder is al jarenlang onderdeel van Cvites. Aan de ene kant voelt het vertrouwd om te werken met de mensen waarvan je de normen en waarden van jongs af aan hebt meegekregen. Aan de andere kant is het ook spannend om zoveel te delen en niet alleen familie, maar ook collega’s van elkaar te zijn.

Maar juist door de omweg die ik heb gevolgd en de ervaringen die ik zelf meeneem, heb ik er alle vertrouwen in dat we werk en privé op de juiste manier weten te mengen en te scheiden. Twintig jaar na de oprichting is Cvites volwassen geworden, en ik ook. Vanuit die basis gaan we de samenwerking aan. En mocht het toch eens ingewikkeld worden, dan is er altijd nog een team van kritische collega-coaches om op terug te vallen. Want als ik één ding heb gezien bij Cvites, is dat iedereen ook zichzelf en elkaar een spiegel durft voor te houden.

Work hard, relax harder

door Maaike Brasser

Als loopbaancoach coach ik mensen bij het vinden van hun ultieme droombaan of de vervolgstap in de loopbaan waarmee het werkgeluk gevonden moet worden. Het zijn soms de communicatieve types die het liefst met de ratio de volgende carrièrestap willen zetten. Als ik begin over gevoel en emotie en hoe dit ‘werkt’ of ‘tegenwerkt’ bij die zoektocht is er vaak wat weerstand. Ik krijg dan reacties zoals: “Maar ik kan toch een assessment krijgen die laat zien wat het beste bij mij past?” Of “Ik dacht dat het vooral over werk ging, maar nu gaat het ineens over mij.”

Soms lijkt het alsof gevoel of emotie vergeten bronnen zijn waar we liever niet naar kijken. Ik snap het wel, soms lijken die emoties ook in de weg te zitten van de doelen die we willen bereiken. Vermoeidheid zit in de weg omdat er een deadline te behalen is. Of je voelt soms wel dat je iets niet wilt, maar iedereen rekent nu eenmaal op jou. De ratio is vaak sterk en vasthoudend waardoor je jezelf oplegt door te zetten, nog even door te bijten, oplossingen te bedenken om toch te bereiken wat je wilt, in plaats van te voelen wat er is.

Begrijp me niet verkeerd, ik pleit niet voor opgeven of niet meer je best ergens voor doen. Ik ben voor hard werken, resultaten boeken en doelen bereiken, maar we vergeten wel eens dat we naast hard werken, ook hard zouden kunnen relaxen.

Ik denk namelijk dat je op de lange termijn verder komt, meer kan bereiken en gezonder kunt functioneren, als je naast je inspannen ook leert te ontspannen. En daar hoort voelen bij om te weten wat voor jou werkt en de baan te vinden die bij jou past!

Ratio versus Gevoel

Nu leven we natuurlijk in een wereld die houdt van ratio. Alles wat meetbaar, zichtbaar en te beheersen of te controleren is, is prettig. Het geeft zekerheid en houvast. Daarom is dat assessment vaak zo aanlokkelijk bij het zoeken naar die droombaan. Het geeft direct externe meetbare input dat vertelt wat er bij je past en jou hopelijk ook behoedt voor die gevreesde ‘misstap’ op de ladder naar succes. Hoewel het assessment zinvol kan zijn, belicht het eigenlijk maar een deel van de factoren die belangrijk zijn bij loopbaankeuzes.

Het eigen gevoel of de emotie lijkt daarentegen verre van meetbaar of te beheersen en het lichaam geeft signalen af die we niet altijd verstaan.

We hebben bepaalde denkbeelden en kaders meegekregen hoe we naar onszelf, onze emoties en het lichaam kijken. Die krijg je mee in je opvoeding, in de media, in opleiding en verdere vorming uit jouw omgeving. Soms zijn het expliciete raadgevingen die je meekrijgt: ‘Nait soezen moar deurbroezen’, is een hele bekende hier in het Noorden. Soms zijn het belangrijke voorbeeldfiguren waarvan je leert vooral ‘door te zetten, schouders er onder, niet voelen maar doen!’ Maar waar komt dat ongemak met ons voelen vandaan?

Griekse filosofie en onze samenleving

Ik vond het interessant om van mijn zwager en (bijna) historicus te horen over de Grieken en de dialogen van Plato. Hieruit blijkt dat Plato sterke nadruk op de scheiding tussen lichaam en ziel legde. Het streven naar ‘zuiverheid’ (persoonlijke ontwikkeling) werd bereikt door een zo groot mogelijke onthechting van het lichaam. De ziel functioneert het beste wanneer ze niet gestoord wordt door de invloeden afkomstig van het lichaam. Daarom moest je je bij het denken zo min mogelijk laten storen door het lichaam.

En dat lijken we nog steeds te doen toch? We voelen minder en denken vooral. Vermoeidheid,  verminderde focus en concentratie, hartkloppingen en hoofdpijn zijn veelvoorkomend. En deze signalen worden met enige regelmaat genegeerd op weg naar die gewenste carrière stap.

Zorgen voor in- en ontspanning

We weten vaak precies wat er van ons wordt verwacht en willen daar ten aller tijde aan voldoen. Als ik vraag “Hoe zorg je voor jezelf”, lijkt het soms of ik een andere taal spreek. Zorgen voor jezelf is iets vreemds. We verlangen wel veel van onszelf, maar weten vaak niet hoe je daarnaast weer kunt opladen.

Sporters zijn daar beter in. Zij leren dat de juiste balans tussen inspanning en ontspanning essentieel is om te kunnen (blijven) presteren. Ze kennen de risico’s van een passie hebben en daarvoor willen gaan, maar ook de kans op overtraining en de risico’s die daarbij horen. Om een topprestatie te leveren, leren zij naast goed trainen ook hoe ze voor zichzelf moeten zorgen om te kunnen ontspannen. Zoals Joop Zoetemelk zei: “De Tour de France win je in bed.”

Ik denk dat mensen soms niet meer weten wat past, welke carrièrestap ze willen zetten omdat ze teveel op hun ratio vertrouwen. Terwijl plezier vinden in werk juist gaat over gevoel. Jouw gevoel vertelt namelijk hoe jij denkt over een bepaalde taak, of je met een zwaar gevoel opnieuw voor de klas staat, of je met hoofdpijn begint aan die lijst met cijfers. Of je juist geniet van een opdracht en de tijd om je heen vergeet. Dat sprongetje van plezier dat je had willen maken toen je kon werken aan dat ene project.

Komt er daarom zoveel burn-out voor onder werkenden? Leren we onvoldoende naast het leveren van een inspanning ook nog te ontspannen? Of naast presteren te zorgen voor onze eigen behoeften? Naast luisteren naar de ratio ook te luisteren naar ons gevoel?

Plato zei: “Wie zichzelf wil kennen moet in de spiegel van een andere ziel kijken.” Dat vind ik mooi. We hebben elkaar nodig om onszelf te kennen. En misschien heb je ook elkaar nodig om te ontdekken wat er echt bij jou past.

 

Laat je tips en tops achter voor de relatiedag 2019

‘De beslissing’ Week van de Loopbaan

De beslissing (van Toon Tellegen)

“Tot hier en niet verder”, zei de eekhoorn tegen zichzelf. Hij trok een streep in het zand bij de oever van de rivier en ging aan een kant van de lijn staan. Een heel lange tijd al had hij het goede voornemen willen maken om een streep te trekken, en daar dan nooit overheen te gaan. Dan weet ik tenminste waar ik aan toe ben, dacht hij. Hij was moe en ging zitten.

De zon ging langzaam onder en stilte heerste in het woud en boven de rivier. Soms dreef de geur van hars of heide langs hem. De eekhoorn rustte met zijn hoofd in zijn handen en keek naar de andere kant van de streep. Het leek wel dat alles daar verschillend was, maar hij kon niet goed zien wat precies.

“Eekhoorn, eekhoorn!” Hij hoorde iemand dringend roepen. “Ja”, riep hij terug. Hij herkende de stem van de krekel. Kom eens hier!’ riep de krekel. “Waar ben je?” “Hier! “De eekhoorn keek rond en zag iets in de bosjes bewegen. “Ach”, zei hij. “Je bent aan de verkeerde kant van de streep. Ik kan niet naar je toekomen.” “Nou, dan eet ik het zelf maar op”, zei de krekel. De eekhoorn strekte zich uit om te zien wat de krekel bedoelde en boog zijn bovenlichaam ver over de streep, maar hij kon alleen maar het puntje van de staart van de krekel zien. De geur kwam hem echter bekend voor.

Momentje, riep hij. Hij keek rond of niemand hem zag en veegde toen vlug de streep met zijn staart uit. Misschien is het wel helemaal niet zo goed om te weten waar je aan toe bent, dacht hij. Ik kom eraan! Riep hij, maar toen hij bij de bosjes kwam zei de krekel: Waar bleef je zolang? Nu heb ik het zelf maar opgegeten. Wat? Vroeg de eekhoorn. Ja, eh, hoe noem je zo’n ding.. Een beukennoot? Ja, inderdaad. Hoe wist je dat? Een beukennoot. Nou, ik heb hem opgegeten maar om nou te zeggen dat ie lekker was…. De krekel haalde zijn schouders op en de eekhoorn liet zijn hoofd hangen en liep langzaam in de schemering naar huis, terwijl hij met zijn voeten sleepte.

Hij besloot nooit meer een streep te trekken of goede voornemens te maken of te willen weten waar hij aan toe was. ‘En als ik ooit zeg: Tot hier!’, dacht hij, ‘dan moet ik onmiddellijk daarna mijn hoofd schudden. Beloof je dat? Hij knikte en beloofde het.”

Loopbaancoaching lijkt vaak over beslissingen te gaan, maar dat is niet altijd zo. Soms hoef je niets te besluiten of een denkbeeldige streep te trekken zoals de eekhoorn in het verhaal van Toon Tellegen. Want precies willen weten waar je aan toe bent en een besluit nemen kan je ook belemmeren en tegenhouden. Je besluit soms te snel ‘ik ben te oud, ik kan het niet, ik durf het niet of ik doe het niet’. Wil je óók niet precies weten waar je aan toe bent? Maak een afspraak tijdens de week van de loopbaan van 16 t/m 21 september met een erkende loopbaancoach van Cvites en ontdek zelf wat je nu nog niet weet!

Wees er snel bij en neem nu alvast contact op met Cvites: 0591-652970 / info@cvites.nl