Tag archieven: zorg

Zorg-Zangeres Dia Vos: “Ik heb geluk dat ik dit werk mag doen”

Voordat Dia Vos aan een zangsessie begint, haalt ze een paar keer diep adem. Ze laat haar eigen beslommeringen los, laadt zich op en richt zich dan volledig op de persoon voor wie ze komt. Als Zorg-Zangeres zingt ze voor en met mensen met een hersenaandoening. Zo combineert ze haar passie voor muziek en zorg: de mooiste baan die ze voor zichzelf kan wensen.

‘Ik heb altijd gezongen’, vertelt Dia. ‘Maar ik heb het nooit als een beroep gezien. Zingen is een hobby.’ Dus toen ze na de middelbare school een opleiding en een beroep moest kiezen, kwam het niet in haar op om een professionele zangcarrière na te streven. Ze wilde iets met mensen doen. Het toeval hielp een handje en zo werd Dia apothekersassistente.

Jarenlang haalde ze veel voldoening uit haar werk in de apotheek. Daarnaast is ze altijd blijven zingen, in verschillende koren en ensembles. Maar toen ze enkele jaren geleden door omstandigheden het werk in de apotheek niet meer kon doen, werd ze aan het denken gezet. ‘Ik vroeg mij af: Waar ben ik nou geschikt voor?’ zegt Dia. ‘Ik wil iets met mensen doen en ik wil mijn zangtalent benutten.’

Het effect van aandacht

Eigenlijk begon die wens al eerder, toen haar moeder in een verzorgingshuis terechtkwam. In eerste instantie had Dia een praktische, verzorgende rol voor haar moeder. Tot ze een keer samen met haar moeder naar een CliniClown ging. ‘Ik was echt verrast door het positieve effect van die CliniClown. Dan zie je wat aandacht en complimenten doen voor een mens. Het idee dat ze weer even echt gezien worden, ergens aan meedoen, daar worden mensen echt blij van.’

Door voor haar moeder te zingen kon Dia veel langer contact houden met haar moeder, ook al waren gesprekken niet meer mogelijk. Zo heeft ze persoonlijk ervaren wat het effect is van muziek op iemand met dementie. Dus toen ze op zoek moest naar ander werk, waren ‘zorg’ en ‘zingen’ de sleutelwoorden.

Opleiding tot Zorg-Zangeres

Dia voerde deze woorden in op Google en stuitte op de opleiding tot Zorg-Zangeres van Zingen in de Zorg. Dit was precies wat ze zocht. Hier leerde ze hoe ze haar ervaring als zangeres kan toepassen voor mensen met geheugenproblemen en kreeg ze een theoretisch kader bij wat ze zelf al had ervaren: hoe zingen mensen met geheugenproblemen kan helpen kwaliteit van leven te behouden.

‘Eén van de methodes die ik heb geleerd, is de drie V’s: verstillen, vertragen en verzachten’, vertelt Dia. ‘Je moet er rekening mee houden dat iemand niet meer zo snel kan, of overprikkeld kan raken. En verstillen betekent ook dat je voor de deur je bagage achter je laat. Je komt met een lege agenda en bent er echt helemaal voor die ander.’

Repertoire op maat

Van tevoren spreekt Dia met familie of zorgverleners het repertoire af. Hierbij gaat ze uit van het geboortejaar plus vijftien tot vijfentwintig jaar. De muziek uit die periode is vaak wat het beste in het geheugen is opgeslagen. De achtergrond maakt ook uit: luisterde iemand naar de radio of kwam hij vooral via de kerk met muziek in aanraking? Zo stelt Dia een map samen met muziek die past bij degene voor wie ze zingt.

Zorg-Zangeres Dia Vos

Dia: ‘Als ik begin met een sessie, zorg ik altijd eerst dat iemand zich op zijn gemak voelt. Dan vraag ik of iemand samen wil zingen of liever eerst even wil luisteren. Soms herhalen we een lied, en als ik voel dat het niet aanslaat zing ik één couplet en ga ik door met het volgende. Als het goed gaat daag ik mensen uit, bijvoorbeeld door hun favoriete lied heel zachtjes te zingen, of sneller. Het is echt maatwerk. Ik kan niet van 10.00 uur tot 11.00 uur een sessie doen en dan om 11.00 uur meteen door met de volgende. Ik moet zelf ook altijd even landen en weer opladen voor de volgende.’

Blij met kleine dingen

Inmiddels heeft Dia een aantal vaste adressen waar ze wekelijks of tweewekelijks komt. Ze doet individuele sessies (vaak gefinancierd vanuit het PGB) en zingt ook met groepen. Soms zit de familie erbij, maar het biedt mantelzorgers ook de gelegenheid om juist even iets voor zichzelf te gaan doen.

Het effect? ‘Mensen kijken me meer aan, beginnen verhalen te vertellen, worden alerter. Soms komen er emoties boven’, vertelt Dia. Zelf leert ze ook van haar cliënten. Ze ziet hoe blij ze kunnen zijn met kleine dingen zoals een kop koffie. ‘Laatst zong ik met een groep en deed ik wat rek- en strekoefeningen om op te warmen. Een vrouw in een rolstoel was zo blij dat haar lichaam het zo goed deed, daar kan ik ook echt van genieten’, zegt Dia.

Geluk en voldoening

Wat het werken als Zorg-Zangeres ook met zich mee heeft gebracht, is dat Dia op 61-jarige leeftijd ondernemer is geworden. Ze heeft haar eigen website, flyer en visitekaartjes gemaakt en veel geleerd over ondernemerschap. Ze deelt haar eigen tijd in, maakt haar eigen afspraken en hoewel het hard werken is geniet ze van de vrijheid en zelfstandigheid.

‘Ik heb echt ontzettend veel geluk dat ik dit werk mag doen’, zegt Dia. ‘Ik haal er zo veel voldoening uit. Het raakt me dat ik iets heb gevonden wat ik zelf niet voor mogelijk had gehouden. Wie verzint het dat je op je zestigste nog iets heel anders gaat doen, dat je iets vindt wat zo goed bij je past? Zo zie je maar: waar de ene deur sluit, gaat een andere open.’

Het verzuim is altijd hoog in de zorg: Pien kijkt al 20 jaar wat er nog wél kan

Sanne Hoving

Hoe minder Pien Lockhorst te doen heeft, hoe beter. Want dat zou betekenen dat er weinig langdurig zieken zijn bij Treant, de zorgorganisatie waar ze al bijna dertig jaar werkt. Als mobiliteitsadviseur houdt Pien zich bezig met het zoeken naar nieuwe functies voor medewerkers die hun oude werk niet meer kunnen doen. En daar heeft ze haar handen vol aan.

Pien stond aan het begin van haar loopbaan zelf aan het bed.

Toen Pien twintig jaar geleden begon met het opzetten van het mobiliteitscentrum, was het ziekteverzuim in het Scheperziekenhuis meer dan 10%. Zo hoog als toen is het gelukkig nooit meer geworden, maar het verzuim in de zorg is nog altijd hoog en dat is bij Treant niet anders. Pien heeft de zorg van dichtbij zien veranderen, en ook haar eigen werk bleef in al die jaren niet hetzelfde.

Pien begon haar loopbaan als verpleegkundige. Ze kwam er al vroeg achter dat ze dat werk niet haar hele leven wilde doen, maar dat ze zelf aan het bed heeft gestaan is wel een voordeel in haar huidige baan. ‘Ik hoor wel eens van leidinggevenden dat ik begrijp wat mensen doen. Ik weet wat werkdruk is in de zorg. En ik weet wat administratieve last doet met medewerkers die zorg willen verlenen aan patiënten en bewoners.’

Meer administratie en zwaardere zorg

Die toegenomen administratielast is één van de grote veranderingen in de zorg, maar ook de zorgzwaarte is enorm toegenomen, zegt Pien. ‘Vroeger kwamen mensen met een gebroken enkel op orthopedie en lagen ze er een week. Nu zijn die mensen binnen een dag weer thuis. Alleen de mensen die echt niet thuis verzorgd kunnen worden, blijven in het ziekenhuis of gaan naar het verpleeghuis of woonzorgcentrum.’

Niet iedereen is geschikt om deze intensieve zorg te leveren. Sommige mensen die twintig jaar geleden met veel plezier in de zorg werkten houden het nu niet meer vol. Dat geldt ook voor de ouderenzorg. Tegenwoordig zijn er veel meer mensen met dementie. Die kunnen niet meer allemaal op een speciale afdeling worden ondergebracht, en dus komen ze ook in ‘gewone’ woonzorgcentra terecht. Verpleegkundigen en verzorgenden die niet meer met deze doelgroep kunnen werken, hebben daardoor steeds meer moeite om een passende werkplek te vinden.

Natuurlijk zijn er ook positieve ontwikkelingen, ziet Pien: ‘Er is veel meer techniek gekomen. Apparatuur en middelen zijn veel beter en mooier geworden. We doen voorzichtig wat met robotisering. Dat maakt het werk op sommige vlakken gelukkig weer wat makkelijker.’

Ziek is niet meer zomaar ziek

Ook in haar eigen vak is er veel veranderd, vertelt Pien. Er wordt anders gekeken naar verzuim. ‘Tegenwoordig wordt er veel zakelijker gekeken naar ziek zijn dan toen ik begon. Vroeger brak je een been en zat je zes weken ziek thuis. Nu wordt al snel gekeken of je dan nog wat administratief werk kunt doen. Je hebt een overeenkomst, levert een dienst en krijgt daarvoor salaris. En als je die dienst niet meer kunt leveren, ontstaat er een probleem.’

Dat klinkt hard, maar veruit de meeste mensen vinden het zelf ook heel vervelend dat ze ziek zijn en niet meer kunnen doen waarvoor ze betaald worden. Daarom helpt Pien ze met zoeken naar wat er dan nog wél kan.

Doorgaan tot je erbij neervalt

In eerste instantie wordt vaak gekeken naar ander werk op de eigen afdeling. ‘Mensen die bij het mobiliteitscentrum komen, hebben vaak al van alles geprobeerd’, vertelt Pien. Ze ziet geregeld mensen die ondanks een aangepast takenpakket of een kortere werkweek toch het werk niet volhouden.

‘Er zijn mensen die doorgaan tot ze erbij neervallen. En dan pas gaan ze zich afvragen welk ander werk ze kunnen doen. Het zou mooi zijn als ze zich iets vaker de vraag stellen hoe lang ze het nog volhouden en eerder actie ondernemen. Dit wordt wel meegenomen in jaargesprekken, maar we doen er nog te weinig mee, vind ik.’

De oplossing: meer rouleren

Een mogelijke oplossing is volgens Pien dat mensen meer gaan rouleren en op verschillende plekken in de organisatie rondkijken. Niet alleen voor de gezondheid van de medewerkers, ook voor de kwaliteit van de zorg levert dat voordelen op. ‘Laatst was er nog een medewerker van een verpleegafdeling  die had stagegelopen op een poli in het ziekenhuis. Een inkijk krijgen op het werk op een poli gaf haar meer informatie over hoe processen lopen tussen verpleegafdelingen en poliklinieken. Zo’n medewerker kan zorgen voor meer begrip aan beide kanten omdat ze ziet waar de problemen vandaan komen.’

Ondanks de personeelstekorten in de zorg is het op maat maken van functies dan weer lastig volgens Pien. Het gebeurt wel, maar meestal alleen om mensen in hun eigen functie te behouden. Voor iemand die ergens nieuw geplaatst wordt, worden niet zo snel uitzonderingen gemaakt.

‘Passend werk is passend op de vacature’, vindt Pien. ‘Je moet niet de vacature nog moeten aanpassen. Daarvoor is het werk te complex en onvoorspelbaar. De patiënten en bewoners kunnen elke dag andere zorg nodig hebben, dus mensen moeten redelijk flexibel en allround zijn binnen hun functie.’

De helft vindt ander werk

Zo’n 50% tot 60% van de mensen die bij het mobiliteitscentrum binnenkomen, vindt een nieuwe baan. Meestal binnen de organisatie, soms ook daarbuiten, al willen de meeste mensen het liefst bij Treant blijven.

Pien is er trots op dat het al vijftien jaar lukt om ruim de helft van de kandidaten aan ander werk te helpen, ook al zijn de omstandigheden steeds lastiger. De meeste mensen die herplaatst worden gaan van een actieve functie naar meer zittend, fysiek lichter werk. Maar die plekken worden schaarser.

Zelf aan het stuur zitten

Tijdens de zoektocht naar ander passend werk zitten medewerkers soms lang in onzekerheid. Vaak loopt er een medisch traject waarvan de uitkomst onzeker is, na een jaar verliezen mensen 30% van hun inkomen en als ze na twee jaar geen nieuwe plek hebben verliezen ze hun baan.

‘Die onzekerheid is fnuikend’, zegt Pien. ‘Ik kan mensen niet zeggen hoe en waar het eindigt. Ik kan ze alleen aanmoedigen duidelijke keuzes te maken en actie te blijven ondernemen. Hoe meer ze zelf het stuur pakken hoe meer kansen er ontstaan. En de keuze kan in sommige gevallen ook zijn om te accepteren dat werken helemaal niet meer lukt.’

Pien heeft recent de keuze gemaakt om minder te gaan werken.

Na twintig jaar in deze functie heeft Pien recent een keuze voor zichzelf gemaakt. Vanaf januari werkt ze twaalf uur minder per week. Zo draagt ze geleidelijk het stokje over aan haar collega’s en houdt ze het werk voor zichzelf leuk. ‘Eigenlijk had ik dat al eerder willen doen, maar ik heb dat niet voldoende duidelijk gemaakt, denk ik’, zegt Pien. Ook voor haarzelf weer een les: duidelijkheid creëer je zelf, door uit te spreken wat je wilt en de consequenties van je keuzes te accepteren.