Auteursarchief: Cvites

Cvites-oprichter Laurens deelt zijn recept voor werkplezier

Sanne Hoving

Plezier in het werk, dat is waar Laurens Ponds zich voor inzet. Tegenwoordig staat werkplezier bij veel organisaties op de agenda, maar bij de oprichting van Cvites, twintig jaar geleden, was dat wel anders. Tegelijk met een groeiende aandacht voor werkplezier ziet Laurens ook dat mensen steeds vaker stress ervaren op het werk. Voor hem het bewijs hoe lastig het is om goede voornemens tot uitvoering te brengen.

Laurens en Geert in de begintijd van Cvites

De naam Cvites is een samenvoeging van cv (levensloop) en vites: een verwijzing naar levendigheid, plezier in je werk. Ook al werkt Laurens nu niet meer bij Cvites, de visie en de boodschap waarmee hij het bedrijf twintig jaar geleden oprichtte is niet veranderd. ‘Ik wil mensen plezier aan hun werk laten beleven’, zegt hij.

Drie dingen zijn hierbij volgens Laurens van belang: weten waar je goed in bent, reflectie op je eigen handelen en weten waar je invloed op hebt, zodat je bewuste keuzes kunt maken. Ook in zijn huidige werk als directeur van InCtrl (de leverancier van het ePortfolio) en als interim-manager bij de overheid zijn dit de thema’s waar hij zich mee bezighoudt.

Weten waar je goed in bent

Een belangrijke reden voor het ontbreken van werkplezier is volgens Laurens dat veel mensen nét niet datgene doen waar ze goed in zijn. ‘Vaak is je grootste talent voor jezelf zo vanzelfsprekend, dat je het niet ziet’, zegt hij daarover. Het is dus zaak om hierover in gesprek te blijven, zowel voor werknemers als voor leidinggevenden. Zo leer je je talenten steeds beter kennen.

Ook heel bepalend voor het vinden van je talent is de omgeving, zegt Laurens. ‘Vraag jezelf af: welke context past bij mij? Wat maakt dat ik in de ene omgeving floreer en in de andere niet?’ Helaas werkt het niet zo dat je deze vragen in één keer beantwoordt en dan verzekerd bent van een lang en gelukkig leven. Omdat mensen en organisaties veranderen, moet je jezelf deze vragen af en toe blijven stellen. Het is een blijvende zoektocht, al wordt deze volgens Laurens in de loop van jaren wel steeds makkelijker.

Reflecteren op je handelen

Een tweede les, die Laurens zelf nog elke dag toepast, is om elke dag één ding te benoemen wat goed is gegaan en één ding wat beter kon. En bij het verbeterpunt vraagt hij zich ook af wat hij anders had kunnen doen. ‘Dit draagt voor mij bij aan werkplezier, omdat ik me er zo bewust van ben of het zinvol is wat ik op een dag heb gedaan. En om een goed gevoel te houden, probeer ik elke dag in elk geval één leuke of makkelijke klus te doen.’

Reflectie kan ook helpen om te relativeren. ‘Soms kun je je enorm druk maken over iets wat nu speelt op het werk’, zegt Laurens. ‘Nu ik ouder ben en meer heb meegemaakt, lukt het me beter om problemen op het werk in perspectief te plaatsen. Ik neem ze niet minder serieus, maar probeer er juist van te leren. Het geeft rust om zaken waar je je druk om maakt als les te beschouwen.’

Bewuste keuzes maken

Veel mensen onderschatten hun invloed, denkt Laurens. En dit heeft alles te maken met bewustzijn. ‘Ik ben eens bij een interimklus bij de ingang gaan zitten en heb iedereen die binnenkwam gevraagd hoe ze binnenliepen. De één kwam net van het schoolplein aangerend, een ander was al aan het bellen nog voordat de werkdag begonnen was. Vaak leven we zo op de automatische piloot en doen we dingen ‘omdat we ze altijd zo doen’, dat het lijkt alsof het leven ons overkomt.’

Dat wil niet zeggen dat wanneer je maar bewust leeft, je alles naar je hand kunt zetten. Heel veel dingen zijn niet te sturen, maar je hebt wel altijd een keuze in hoe je je tot die dingen verhoudt. ‘Ik heb dit zelf meegemaakt tijdens het faillissement van Cvites in 2013. De markt veranderde toen zo snel, dat konden we niet meer beïnvloeden. Wat mij er uiteindelijk doorheen heeft gesleept, is ten eerste accepteren dat het gebeurde en ten tweede actie ondernemen en bijsturen waar het kon. Maar de periode daarvoor, de fase waarin het leek alsof ik niets kon doen, was achteraf het moeilijkste.’

Tijd voor ontwikkeling

Hoewel werkplezier tegenwoordig hoger op de agenda staat dan twintig jaar geleden, is er een andere ontwikkeling die het werkplezier juist ondermijnt. Want waar halen we tegenwoordig de tijd vandaan om onze talenten te onderzoeken, aan zelfreflectie te doen en bewuste keuzes te maken?

‘Toen ik begon met werken, kreeg ik een week voor een vergadering een envelop met stukken toegestuurd, die ik rustig kon doorlezen’, vertelt Laurens. ‘Tegenwoordig gaan we zo ongelofelijk snel met informatie om. Het werkende leven is drukker, stressvoller, alles moet in één keer goed en er ligt steeds meer nadruk op verantwoording. Medewerkers in de publieke sector, de zorg en het onderwijs ervaren steeds minder professionele ruimte.’

Een recept voor stress, en dat is een zorgelijke ontwikkeling, vindt Laurens. En die begint volgens hem in het onderwijs. Wanneer daar de nadruk zou verschuiven van prestatie naar respect voor elkaar, dan ontstaat er veel meer ruimte om verschillende talenten tot bloei te laten komen. Wanneer kinderen écht de ruimte krijgen om te leren, hebben ze daar hun hele werkende leven profijt van.

Stel je voor…

Herman van Veen

Tijdens de viering van ons 20-jarig jubileum op landgoed ‘De Paltz’ in Soest, werden wij verrast door een optreden van Herman van Veen. Speciaal voor Cvites schreef hij deze tekst, die we graag met jullie delen.

De Paltz

Stel je voor
dat jij dat bent
die witte beer
op die ijsschots
met je handen
voor je gezicht

stel je voor
dat jij dat bent
dat kalf
in het mest hok
dat jij het bent
die gilt

stel je voor
dat jij dat bent
die boom
langs de weg
met die kettingzaag
in je rug

stel je voor
dat jij daar ligt
onder dat puin
met die granaat
in je buik

stel je voordat jij daar zoemt
naar die bloem
in die vaas

Herman van Veen – Foto: Vincent van Dordrecht

en plotsklaps kleeft
op het raam
in je eigen bloed

stel je voor
dat jij
dat jij dat bent
of jij
of jij
of jij
dat bent

die vluchteling
dat kind alleen
die werkloze

Bertus houdt het kantoor schoon, laat ons rennen én leert ons denken in mogelijkheden

Sanne Hoving

Elke donderdag maakt Bertus ons kantoor in Emmen schoon. Daarnaast heeft hij altijd een gezellig praatje en zorgt hij geregeld voor wat lekkers. En hij inspireert ons, vooral op het sportieve vlak. Want Bertus is niet alleen onze schoonmaker, maar ook de houder van het Nederlands record op de halve marathon voor VB-atleten (atleten met een verstandelijke beperking).

Geen droombaan

Schoonmaker worden was niet zijn droombaan. Want sinds Bertus op zijn veertiende begon met atletiek was sporten zijn lust en zijn leven. ‘Ik wilde graag gymleraar worden’, zegt Bertus. ‘Of in ieder geval iets met sport.’ Helaas kon hij die opleiding niet volgen en moest hij iets anders kiezen.

Dus was zijn eerste baan bij Serviceteam Emmen, waar hij schoonmaak- en onderhoudswerk deed bij onder andere het Volk van Grada, Kabouterland en FC Emmen. Bij FC Emmen leerde Bertus Johan Wachtmeester kennen, die ook bij Cvites werkte. En toen Cvites een schoonmaker zocht dacht Johan aan die leuke jongens van FC Emmen. Zo is het begonnen.

Alleen of samen, maakt niet uit

Bij Serviceteam Emmen, later No Nonsens, werkt Bertus niet meer. Maar bij Cvites is hij gebleven. ‘Ik vind het gezellig’, zegt Bertus. Ook al doet hij zijn werk alleen, hij begint de dag altijd met een praatje met Aletta. ‘We gaan eerst even zitten en bijpraten. Dan bespreken we wat er moet gebeuren en ga ik aan het werk.’

De andere vier dagen van de week werkt Bertus als timmerman en klusjesman bij De Nerf. Hier heeft hij wel collega’s met wie hij samenwerkt. ‘Alleen werken of samen, dat maakt voor mij niet uit. Ik vind het allebei leuk. Bij de Nerf maken we wel meer grapjes onderling, dat is wel gezellig.’

Grasmaaien in de lockdown

Aan die gezelligheid kwam vorig jaar bruut een einde toen Bertus door corona drie maanden thuis kwam te zitten. Hij was net zelfstandig gaan wonen, maar in de lockdown ging hij toch maar even terug naar zijn ouders.

Hoewel hij zijn collega’s miste, heeft Bertus zich in die periode niet verveeld. Dat is niks voor hem. Hij kon grasmaaien bij een trainer van de atletiekclub en verder heeft hij vooral veel hardgelopen. Zelfs een keer 24 kilometer op een dag.

Toch hardlooptrainer

Het hardlopen gaat zo goed dat Bertus inmiddels assistent-trainer is bij de Sperwers. Hij begeleidt de trainingen en let op de techniek: ‘Vooral dat mensen niet naar beneden moeten kijken, maar recht vooruit. En de arminzet is belangrijk.’ Zo komt hij toch nog in de buurt van zijn droombaan.

Een paar jaar geleden kreeg Bertus het team van Cvites zo ver dat ze deelnamen aan de vier mijl van Emmen. Cvites-collega Anita heeft sinds dit initiatief de smaak te pakken en loopt nu afstanden tot vijftien kilometer.

Het kan wél

Voor Bertus is de vier mijl een tussendoortje. Want op de vraag wat zijn wens is voor de toekomst zegt hij: ‘Mijn werk mag zo blijven. Maar ik zou nog wel een keer een marathon willen lopen. Het liefst die van Berlijn of Rotterdam.’

Met zijn positieve instelling hebben wij er alle vertrouwen in dat ook dat nog wel een keer gaat lukken. Bertus leert ons iedere week weer om te denken in mogelijkheden!

Bertus met zijn hardloopprijzen

Bedrijfsarts Jerom redt niet je leven, maar wel je loopbaan: ‘Geluk in werk is zo belangrijk’

Door Sanne Hoving

Als bedrijfsarts spreekt Jerom Veenstra veel mensen die ziek worden van hun werk, of mensen die door ziekte op zoek moeten naar ander werk. Hij spreekt werkgevers, werknemers, collega-artsen en is behalve met zieke medewerkers ook steeds meer bezig met het verbeteren van gezondheid en werkplezier. Een afwisselende en veelzijdige baan, al was bedrijfsarts worden niet zijn ambitie toen Jerom 20 jaar geleden geneeskunde studeerde.

Jerom Veenstra in zijn spreekkamer

‘Als basisarts stond ik op het punt een specialisme te kiezen toen ik vader werd. Ik dacht: ik parkeer mijzelf een jaar als arbo-arts en ga dan verder. Maar ik vond het een geweldig vak! Veel leuker dan de reputatie die het beroep heeft. Je bent misschien niet bezig met het redden van levens, maar wel met zingeving. Dat is enorm waardevol.’

Het reputatieprobleem van de bedrijfsarts

Onder studenten geneeskunde is het nog steeds geen populair specialisme (behalve dan voor hen die afknappen op de lange werkdagen in het ziekenhuis), maar ook in de maatschappij heeft de bedrijfsarts een reputatieprobleem. Het beeld dat veel mensen hebben, van de bedrijfsarts die door de werkgever wordt ingehuurd om zieke medewerkers ‘aan het werk te schoppen’, wil hij graag ontkrachten. Niemand is er immers bij gebaat als een zieke medewerker te snel weer aan het werk gaat en even later opnieuw uitvalt.

Jerom ziet zijn rol als bedrijfsarts het liefst als partner van de werkgever om de gezondheid van medewerkers te verhogen. Hij werkt graag samen met bedrijven die vitaliteit hoog op de agenda hebben, zodat hij mensen kan helpen zich lekker te voelen in hun werk. Inmiddels kan hij met zijn bedrijf hier klanten op selecteren, maar deze luxe heeft hij niet altijd gehad.

Van regeldruk naar regelruimte

Jerom heeft veel behoefte aan vrijheid en ‘regelruimte’

Voordat hij in 2012 voor zichzelf begon, werkte hij bijna tien jaar in loondienst als arbo-arts. Hoewel hij enthousiast begon, zag hij het vak ontwikkelen in een richting die hem niet aanstond. ‘Ik was bezig met registraties, geld, regeltjes. Daardoor verloor ik het plezier in mijn werk. In 20 minuten moest ik het probleem van een cliënt doorgronden en de stappen uitleggen en een werknemer zover krijgen dat hij stappen onderneemt waar hij tegenop ziet. Dat is niet te doen. En het is ook niet nodig. Ik spreek mensen nu 45 minuten tot een uur en hoef echt geen hogere prijs te rekenen dan een grote arbodienst.’

De vrijheid om zonder onnodige regeltjes en ruimte om de dingen op zijn eigen manier te doen, houden Jerom vitaal. Hij heeft een grote behoefte aan wat hij noemt ‘regelruimte’, iets wat volgens hem voor veel medewerkers bijdraagt aan hun werkgeluk, maar wat ook steeds meer verdwijnt in regeltjes en standaardprocedures. Zie hier een recept voor burn-out.

De grote modeziekte

Een recept, want er zijn er meerdere. Overspannenheid, stress en burn-out zijn echt de grote modeziekten van deze tijd, zegt Jerom. Enerzijds komt dat doordat het taboe er af is, maar anderzijds neemt het ook echt toe. En daar zijn vele oorzaken voor, die niet alleen de verantwoordelijkheid zijn van de werkgever.

‘Natuurlijk zijn er werkgevers die de druk en de verwachtingen te hoog opvoeren. Maar mensen doen dat vaak ook zelf,’ zegt Jerom. ‘Een groot probleem dat ik zie, is dat mensen steeds minder keuzes maken. Ze willen een gezin én allebei fulltime werken. Een dikke baan met veel verantwoordelijkheden én vaak op vakantie. Als je daar slapeloze nachten van krijgt, los je dat niet op met oxazepam, dan moet je leren om keuzes te maken. Anders komt het probleem bij je terug.’

Naast de werkgever en de werknemer vindt Jerom dat ook de overheid zijn verantwoordelijkheid moet nemen in het bestrijden van overspannenheid en burn-out. ‘Onze geestelijke gezondheidszorg is soms echt op derdewereldlandniveau’, zegt hij. ‘Overspannenheid is de meest voorkomende ziekte en wat zeggen verzekeraars? Het bestaat niet, want het staat niet in de DSM-5 (het internationale handboek voor de diagnose van psychische aandoeningen). Dus wordt de behandeling niet vergoed. En de overheid doet daar niets aan, laat het probleem aan werkgevers en werknemers. Terwijl er ook veel niet-werkenden zijn die overspannen raken.’

De invloed van corona

Als er iets ons werk het afgelopen jaar heeft beïnvloed dan is het wel corona. Het virus raakt iedereen, maar vooral de zorg. ‘Vergeleken met andere branches zijn de arbeidsvoorwaarden in de zorg niet zo goed. De mensen die ervoor kiezen doen dat niet voor het geld, maar halen veel voldoening uit het helpen en verzorgen van mensen. Ze zetten zichzelf op plek twee, of vijf. Gaan kortom aan zichzelf voorbij. Er was al een hoog verzuim in de zorg, en toen kwam corona er nog eens bij.’

Volgens Jerom werken veel zorgmedewerkers meer uren dan dat in hun contract staat. Dat komt door het landelijk bestaande personeelstekort. En dat zal naar verwachting alleen maar toenemen. Al is het einde van de crisis in zicht, we moeten niet raar opkijken als er nog een grote verzuimgolf in de zorg aankomt. Van de mensen die nu heel hard op hun achterste benen lopen, maar als het straks niet meer keihard nodig is overspannen thuis komen te zitten.

Bescherming van werknemers

In de ontwikkeling van zijn vak heeft Jerom de wetgeving de afgelopen jaren zien veranderen ten gunste van de medewerker. Die wordt beter beschermd, ook in zijn privacy. Bij uitval door ziekte moet er nu verplicht een bedrijfsarts worden ingeschakeld. En dat was nodig ook.

In 2002 kwam de Wet Verbetering Poortwachter. Die legde meer druk op werkgevers om mensen aan het werk te houden, zegt Jerom. ‘Die druk werd in sommige gevallen afgewenteld op de medewerker. Met het “verzuim eigen regie model” ontstond er meer invloed van werkgevers en werknemers. Met helaas ook negatieve uitwassen waar de bedrijfsarts op afstand werd gehouden en medewerkers onder druk werden gezet.’ De AVG (privacywet uit 2016) en de aangepaste arbowet (2018) maken dat werknemers beter beschermd worden en recht hebben op goede arbozorg. En daar is hij blij mee.

Alles heeft echter een keerzijde. Wat Jerom nu ziet, is dat in sommige gevallen de wetgeving wellicht iets te veel in het voordeel van de medewerker uitpakt. Hij noemt het voorbeeld van een medewerker die voor de tweede keer in drie jaar tijd meer dan een half jaar overspannen thuis komt te zitten. Jerom: ‘Als dat komt doordat je bepaalde adviezen niet opvolgt, kan een werkgever daar weinig mee, en ook het UWV oordeelt niet erg streng op de inspanning van de werknemer.’ Gelukkig zijn dergelijke negatieve uitwassen echt een kleine minderheid.

Iedereen doet zijn best

Tot zover het gemopper over negatieve ontwikkelingen, want over het algemeen ziet Jerom het glas het liefst halfvol. Hij ziet werkgevers echt hun best doen op inzetbaarheid en vitaliteit en daar goede resultaten mee behalen. De afgelopen jaren is er bij werkgevers en werknemers een verschuiving van “achteraf problemen oplossen”, naar preventieve acties en het bewustzijn dat voorkomen beter is dan genezen.

‘Toen ik in 2004 aan kwam zetten met interventies als fysiotherapie, psychologie, bedrijfsmaatschappelijk werkers en revalidatietrajecten moest ik heel hard werken om werkgevers en werknemers mee te krijgen. Tegenwoordig werken de meeste werkgevers en werknemers daar gemotiveerd aan mee, en vragen ze er zelf om. Dat is ook hoe de wetgeving bedoeld is. Je wilt gewoon dat iedereen zijn best doet en zijn verantwoordelijkheid neemt. Zodat problemen opgelost worden en werken leuk is en voldoening geeft. Niet meer en niet minder.’

Mijn burn-out leerde me veel over mezelf, dat geef ik nu mee aan anderen

Anita van Veen

Toen Anita twintig jaar geleden terugkwam van zwangerschapsverlof en niet eens de krant kon lezen, wist ze dat er iets mis was. Toch duurde het nog anderhalf jaar voordat ze écht durfde toe te geven dat ‘het’ op was. Ze moest en zou eerst nog even de heao afmaken. Toen dat eenmaal gelukt was, ging het licht uit.

Zoals wel vaker met een burn-out was ik zelf de laatste die het doorhad. De bedrijfsarts stelde de diagnose. Toen ik terugkwam van die afspraak, kwam ik bij het kopieerapparaat het hoofd P&O tegen. ‘Ik heb een burn-out’, zei ik. Hij: ‘Dat zag ik wel aankomen.’ Daar werd ik zo boos om, hoezo had hij dat niet eerder gezegd?

In januari 2001 kwam ik terug van zwangerschapsverlof na de geboorte van onze tweede dochter. Ik was moeder van twee kinderen, kostwinner en bezig met de heao commerciële economie. De jaren ervoor had ik carrière gemaakt binnen de Rabobank. Van reisadviseur, naar binnendienstmedewerker, naar beleggingsadviseur. Mooie stappen voor iemand met alleen een havodiploma op zak.

Ik moest een hbo-diploma hebben om als beleggingsadviseur te mogen blijven werken. Daarom was ik naast mijn fulltimebaan begonnen aan de heao. Met een baan, studie en een jong gezin waren het al tropenjaren, maar er speelde ook nog iets anders.

De verkeerde carrière

Terwijl ik druk bezig was de carrièreladder te beklimmen, kwam ik er langzaam maar zeker achter dat die ladder tegen de verkeerde muur stond. Ik ben van nature voorzichtig en hou van zekerheid, en dat is niet iets wat echt bij beleggen past.

Ik ben (te) lang doorgegaan en eerlijk is eerlijk, ik voelde me ook wel gevleid door de kansen die ik kreeg. Ik wist niet goed wat ik kon en wilde, maar was wel trots op het vertrouwen dat ik kreeg in mijn functie en dat ik alsnog mijn hbo-diploma haalde. Al was het op mijn tandvlees, tegen het advies van de bedrijfsarts in.

Achteraf is dat de eerste keer dat ik echt voor mezelf opkwam. Ik had drieënhalf jaar gestudeerd, viel ziek uit, en toen leek het de bedrijfsarts verstandig dat ik ook zou stoppen met mijn opleiding. In 2002 ben ik toch afgestudeerd, terwijl ik al ziekgemeld was. En toen dat klaar was, was ik zo ontzettend moe. Ik heb allerlei hulp gehad, maar het belangrijkste wat ik in die tijd heb gedaan, was slapen. Zelfs een boek lezen ging niet, terwijl ik normaal echt een boekenwurm ben.

Langzaam weer opkrabbelen

Uiteindelijk kreeg ik hulp van een haptonoom. Zij benaderde mijn burn-out als iets fysieks. Dat hielp mij langzaam weer wat op te bouwen: een uurtje inspannen, een uurtje rusten. Wat daarvoor cruciaal was, was de hulp van mijn man. Die heeft er heel veel voor gedaan om mij ruimte en rust te geven.

Aan het einde van mijn tweede ziektejaar kreeg ik de mogelijkheid om een TSI-certificaat te halen op het gebied van gedrag en drijfveren. Daar werd het eerste zaadje geplant voor mijn nieuwe passie: psychologie. Om dagritme te krijgen ben ik daarom psychologie gaan studeren aan de Open Universiteit. Naast het ritme gaf het me nog iets anders: een gevoel van succes.

Een nieuw doel

Na een jaar studeren aan de Open Universiteit ben ik op zoek gegaan naar een meer praktische opleiding. Ik kwam uit bij de opleiding tot loopbaanadviseur van Schouten en Nelissen. Toen had ik weer een titel: ik was loopbaanadviseur. Een werkloze loopbaanadviseur, maar toch.

Vacatures voor loopbaanadviseurs zijn er weinig, de meesten zijn zzp’er. Maar in de krant had ik een artikel gelezen over Cvites. Dat leek me zo’n leuk bedrijf. Toevallig kwam de directeur, Geert, bij mijn man in de winkel voor hardloopschoenen. ‘Een heel aardige man, die kun je zo aanspreken’, zei hij. Dus ik ben op een donderdagavond naar de bedrijvencontactdagen gegaan en heb daar Geert aangesproken. Op maandagochtend had ik een re-integratieplek te pakken.

Mijn eigen gebruiksaanwijzing

‘Ik kan mijn werk doen op mijn eigen manier, en dat voelt goed.’

Inmiddels werk ik ruim 15 jaar met veel plezier bij Cvites. Mijn eigen ervaring neem ik mee in mijn werk als coach. Een belangrijke les voor mezelf, die ik nu aan mijn cliënten probeer mee te geven: jezelf kennen is leren met jezelf omgaan. Burn-out is niet alleen het herstellen van vermoeidheid, maar ook het omgaan met je eigen gebruiksaanwijzing.

Ik kan qua aantal cliënten misschien minder aan dan een collega, maar dat wil niet zeggen dat ik minder hard werk. Doordat ik dat weet vraag (en krijg!) ik de vrijheid om mijn werk te doen op de manier die bij mij past. Zo kan ik de diepte in en me bezighouden met de vraag die mijn passie is geworden: wat beweegt mensen en waarom doen ze wat ze doen?

Elke dag keuzes maken

Zonder mijn burn-out had ik die passie misschien wel nooit ontdekt. Alle keuzes die ik tot die tijd maakte, waren keuzes die me waren overkomen. Ik heb echt leren kiezen wat ik wil en mijn leven is daar leuker van geworden, ook voor mijn omgeving.

En toch zal ik mijn hele leven blijven balanceren. Het is steeds weer een uitdaging om iedere dag de juiste keuze te maken tussen hard werken en herstellen. Het is nu 20 jaar na mijn eigen burn-out, en dit jaar begin ik met een opleiding tot burn-outcoach. Het voelt perfect, want daarmee is voor mij de cirkel nu écht rond.

Ernest maakte in 20 jaar twee keer een carrièreswitch: ‘Er komen altijd dingen op je pad’

Sanne Hoving

Als het allemaal net een beetje anders was gelopen, had Ernest de Joode misschien wel zijn hele leven bij Albert Heijn gewerkt. Hij had een fijne baan, een prima inkomen en de zekerheid van een stabiele werkgever. Maar nadat hij in 2008 ontslag nam om P&O’er te worden bij Cvites, veranderde er iets. De behoefte aan zekerheid is er nog steeds, maar daarbij kwam het vertrouwen dat het wel goed komt als je soms een sprong waagt. En dus durfde Ernest twee jaar geleden opnieuw het roer om te gooien om fietsmonteur te worden.

‘Het meest bepalende moment in mijn carrière was mijn ontslag bij Albert Heijn’, vertelt Ernest. Als Management Assistent Supermarkt (MAS) zette hij zelf zijn ontslag in het systeem, na een dienstverband van achttien jaar. Hij had een mooie ontwikkeling doorgemaakt en had plezier in zijn functie, een combinatie van personeelsadministrateur en managementassistent. Maar sinds een paar jaar voelde hij dat zijn functie werd uitgehold en misschien wel zou gaan verdwijnen. Dus was hij in 2005 met een opleiding begonnen, hbo Personeel en Arbeid. Een goede keuze, want in het laatste jaar van zijn opleiding verviel inderdaad zijn functie.

Solliciteren tussen de boodschappen

Het eerste sollicitatiegesprek met Cvites voerde Ernest op de werkvloer bij Albert Heijn, waar directeur Geert Hoving samen met zijn vrouw Aletta de weekboodschappen deed. ‘Volgens mij hebben we wel een half uur staan praten’, herinnert Ernest zich. Het resulteerde in een afstudeerstage en uiteindelijk een baan als junior personeelsadviseur. Een enorme overgang: ‘Je komt in een heel andere cultuur terecht. Albert Heijn was een bedrijf van zekerheden. Alles lag vast in handboeken en procedures. En de markt is voorspelbaar, want mensen hebben nu eenmaal eten nodig. Bij Cvites moest nog heel veel ontwikkeld worden. De functie van P&O’er was nieuw in het bedrijf. Bovendien is de markt van loopbaanontwikkeling heel onvoorspelbaar en dat brengt een bepaalde hectiek met zich mee.’

Die hectiek had ook gevolgen voor Ernest, want na een paar jaar moest Cvites krimpen en kon Ernest niet aanblijven in zijn functie. Hij vond snel ander werk en werkte uiteindelijk bij drie verschillende organisaties. ‘Na die eerste keer werd het loslaten steeds makkelijker. Ik heb ervaren dat het wel goed komt als bepaalde zekerheden wegvallen. Veel mensen blijven zitten waar ze zitten, uit angst of onzekerheid. Maar ik weet nu dat wanneer je een sprong waagt, er altijd dingen op je pad zullen komen.’

Elke dag spanning

Hoewel het werk als P&O’er hem goed afging, gaf het hem toch geen goed gevoel. Elke dag had Ernest stress van zijn werk. ‘Ik had continu een soort onderhuidse spanning. Niet dat anderen dat aan mij merkten, maar ik kon echt opzien tegen de werkdag. In de loop van de dag verdween dat wel, maar de volgende ochtend was het er weer’, vertelt Ernest. Als perfectionist had hij veel stress als hij nadacht over de gevolgen van zijn beslissingen. ‘Je hebt te maken met ziekteverzuim, ontslagzaken, arbeidsconflicten, daar hangt veel van af.’

Bij zijn laatste baan als casemanager ziekteverzuim liep de spanning zo hoog op dat Ernest voelde dat het anders moest: ‘Ik ben niet uitgevallen, maar als ik een half jaar langer zo was doorgegaan was dat waarschijnlijk wel gebeurd.’ En dus moest opnieuw het roer om.

Van P&O’er naar fietsenmaker

Ernest in de werkplaats

Vanuit zijn hobby wielrennen had hij ooit wel gedacht aan het vak van fietsenmaker, maar echt concreet werden die plannen nooit. Tot hij in 2018 thuis kwam te zitten. Het UWV wees hem op een opleiding tot fietstechnicus en via de wielerclub kwam hij aan een werkervaringsplaats. Inmiddels werkt Ernest ruim twee jaar bij Zantingh Tweewielers. Een baan waar hij van geniet en waarin hij elke dag nieuwe dingen leert.

 

Dat zijn carrière zo zou lopen had Ernest zelf niet kunnen voorspellen. Het waren vaak de omstandigheden die maakten dat hij voor een keuze kwam te staan. Maar door die keuzemomenten ontwikkelde hij wel een bepaald bewustzijn. ‘Misschien hebben toeval en geluk een rol gespeeld. Maar ik heb ook hele bewuste keuzes gemaakt.’

Waar Ernest op doelt is dat hij geleerd heeft naar zichzelf te luisteren. Dat het er niet alleen om gaat dat je iets kunt, maar dat je ook doet wat je leuk vindt. En dat je je bewust bent van je sterke en minder sterke punten, zodat je weet waarom iets wel of niet bij je past. Zo ontdekte Ernest dat zijn perfectionisme weliswaar prettig was voor zijn baas, maar er ook voor zorgde dat hij iedere dag met spanning naar zijn werk ging.

Beren op de weg

De stap van P&O’er naar fietsenmaker betekende voor Ernest dat hij minder ging verdienen. Een offer dat hij als dertiger misschien niet had kunnen of willen brengen, maar waar hij nu totaal niet mee bezig is. Het scheelt dat hij zijn uitgavenpatroon niet altijd heeft laten meegroeien met zijn inkomen, waardoor een stap terug voor hem geen grote gevolgen had.

Door zijn ervaring als P&O’er heeft Ernest veel mensen gezien en gesproken die voor eenzelfde soort keuze stonden als hij. En hoewel hij inmiddels ervaringsdeskundige is, weet hij als geen ander dat het niet makkelijk is om een carrièreswitch te maken. ‘De belangrijkste belemmeringen zijn vaak beren op de weg die mensen zelf opwerpen. Ik kan geen zekerheden opgeven want ik heb een gezin te onderhouden. Wie wil mij nou hebben, want ik ben al zo oud. Zulke gedachten kunnen je echt in de weg zitten.’

Om in beweging te komen moeten die belemmerende gedachten weg, en dat krijg je volgens Ernest vaak niet in je eentje voor elkaar. Hij adviseert mensen die een carrièreswitch overwegen dan ook altijd om hulp te vragen. ‘Dat kan een goede vriend zijn, een loopbaanbureau, het UWV. Zorg dat je onderzoekt wat er nodig is. En als het nu niet direct mogelijk is om over te stappen, wat heb je dan nodig om te zorgen dat het in de toekomst mogelijk wordt? De eerste stap moet je zelf zetten. Pas als je zelf in actie komt, komen anderen ook naar jou toe.’

Wie jarig is trakteert  

Vier het jubileum met ons mee!

2021 is voor ons een bijzonder jaar, wij vieren ons 20-jarig jubileum. In deze twintig jaar hebben we de arbeidsmarkt zien veranderen, groei en krimp meegemaakt, teams zien bouwen en werknemers zien groeien in hun loopbaan.

Ons werk blijft inspireren en wij zetten ons elke dag in voor de ontwikkeling van mensen en organisaties, daarom zijn we dankbaar dat we juist in deze uitdagende tijd zoveel worden gevonden.

                                                                                                   

Wie jarig is trakteert

We hebben goed nagedacht waar we in deze tijd iemand blij mee kunnen maken. Daarom kiezen we niet voor een cadeau waar je éénmalig plezier van hebt, maar voor een actie waarmee we aan een duurzame verandering werken.

Wij staan klaar voor iedereen die zichzelf wil ontwikkelen, opnieuw wil uitvinden, vragen stelt en twijfels heeft. Op 6 april 2021 vieren wij onze verjaardag en daarom verloten wij vier keer een traject van Cvites. Je mag zelf kiezen waar je gebruik van wil maken: wandelcoaching, talentenanalyse, studie-beroepskeuzetraject of een eigen ingebracht verzoek. Daarnaast ontvangen alle inzendingen een gratis waaier met loopbaantips thuisgestuurd.

Dus ben jij toe aan verfrissende wandelcoaching of heb jij een medewerker of relatie die zich verder wil ontwikkelen met een talentenanalyse? Gun jij jouw studiegenoot, vriend of sportmaatje een boost in zijn loopbaan met een studie-beroepskeuzetraject of heb jij een andere behoefte? Laat het weten en doe mee!

Maak kans op deze gratis jubileumactie:

Een traject naar keuze met een loopbaancoach van Cvites

Alle inzendingen krijgen gratis een waaier met loopbaantips thuisgestuurd!

 

Meld je aan voor onze jubileumactie in het kader van ons 20 jarig bestaan!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

 

 

 

Leidinggeven is een vak dat je leert met vallen en opstaan

Geert Hoving

Je zou het misschien niet zeggen gezien mijn cv, maar ik heb nooit de ambitie gehad om leidinggevende te worden. Ik was geen klassenvertegenwoordiger en geen aanvoerder van mijn voetbalteam. Toch zit ik vanaf mijn 28e in een leidinggevende rol, de laatste twintig jaar in mijn eigen bedrijf. Dit jubileumjaar werken wij met het thema ‘leidinggeven is een vak’. Een vak dat ik zelf met vallen en opstaan heb geleerd.

De eerste stapjes

De geboorte van Cvites is dit jaar twintig jaar geleden. Maar voor het echte begin moeten we nog twintig jaar verder terug in de tijd. Op mijn 22e schreef ik mijn eerste bedrijfsplan. Mega-advies zou een adviesbureau worden dat zich bezighield met vragen rondom werk. Ik zag destijds een bedrijf voor me met acht medewerkers, die ik beschouwde als mijn vrienden. Mega-advies kwam er nooit. Maar terugkijkend zie ik de eerste contouren van het huidige Cvites.

Voordat ik voor mezelf begon, leek het me goed ervaring op te doen in loondienst. Op mijn 28e werkte ik al een tijdje als bemiddelaar bij Start Uitzendbureau toen mijn manager ziek werd. Ik werd gevraagd hem te vervangen en zo begon mijn carrière als leidinggevende. Ik was een soort meewerkend voorman. Dat was hard werken, vooral omdat ik vond dat ik het zelf het beste moest kunnen. Pas later is het besef gekomen dat het er niet om gaat de beste te zijn, maar dat het juist een belangrijke kwaliteit is als leidinggevende om de mensen aan wie je leiding geeft te laten excelleren.

Ik ontwikkelde mijn eigen visie op leiderschap. Wat ik leerde was een top-down benadering: de leider bepaalde welke kant we op gingen. Zelf wilde ik graag veel verantwoordelijkheid aan het team geven. Daar waren mijn collega managers het niet altijd mee eens.

Leiderschap versus ondernemerschap

In 2001 deed zich de kans voor om een eigen bedrijf te starten. Voor Cvites ontwikkelden we een leiderschapsvisie gebaseerd op ruimte en vertrouwen. Als je medewerkers veel verantwoordelijkheid geeft, wordt het leidinggeven een stuk makkelijker, wordt het voor je medewerkers een stuk leuker en zo worden de resultaten uiteindelijk ook beter. Waarmee ik niet bedoel dat je alles los moet laten, maar dat het in mijn ogen prettiger samenwerkt als je naast je medewerkers gaat staan in plaats van erboven.

Samen met mijn compagnon Laurens in de beginjaren van Cvites.

Van 2005 tot 2010 groeide Cvites heel hard. Het bedrijf werd te groot voor mijn compagnon Laurens en mij om aan te sturen, en dus hebben we er een managementlaag tussen gezet. Toen het vanaf 2010 economisch minder ging en we moesten inkrimpen, kwam ik erachter dat ik een organisatie had gebouwd die helemaal niet meer strookte met mijn eigen visie. Ook bij Cvites was een leiderschapscultuur ontstaan van controle en top-down aansturing.

Van deze periode heb ik twee belangrijke lessen geleerd. Ten eerste dat bij ondernemerschap veel meer komt kijken dan ik had gedacht. De verantwoordelijkheid om alle medewerkers aan het werk te houden maakt dat je andere zaken uit het oog kunt verliezen. En ten tweede dat zo’n groot bedrijf niet bij mij past. Ik heb graag zelf een rol in de uitvoering, in een team waar de verantwoordelijkheid bij iedereen ligt.

Iedereen in de ogen kijken

In het huidige Cvites is elke medewerker verantwoordelijk voor zijn eigen aandeel. In plaats van dat ik mensen moet stimuleren, is het eerder zaak om te zorgen dat mensen niet voorbij hun eigen grenzen gaan. We hebben geen gesprekkencyclus of beoordelingssystematiek. In plaats daarvan vraag ik mijzelf iedere dag af: weet ik hoe iedereen erbij zit? Hebben ze het naar hun zin? Zeker als je elkaar niet meer regelmatig op kantoor ziet zoals nu probeer ik erop te letten dat ik met iedereen contact houd.

Dat kan alleen als je verantwoordelijk bent voor een klein team. Ik wil tijdens een vergadering iedereen in de ogen kunnen kijken. Lukt dit niet, dan is het team te groot. Ik kom bij organisaties waar leidinggevenden een team hebben van 100 medewerkers. Dan is het gewoon onmogelijk om medewerkers de aandacht te geven die ze nodig hebben om goed te kunnen werken. Je kunt niet van managers vragen om 100 verjaardagen te onthouden, 100 situaties thuis te onthouden. Je kunt niet eens met het hele team aan één tafel zitten om een plan door te spreken.

Goed leiderschap vraagt niet alleen iets van de leidinggevende, maar ook van de structuur van een organisatie. Ik heb dat zelf ervaren bij de snelle groei en daarna de krimp van Cvites, maar je ziet het ook in andere sectoren. Buurtzorg is een goed voorbeeld: in plaats van één centraal aangestuurde organisatie is het eerder een verzameling losse entiteiten. Zo wordt een team nooit te groot en krijgt elke medewerker de aandacht die hij nodig heeft.

Elke dag reflecteren

Ik heb het geluk dat ik mijn werk mag doen in een klein en bevlogen team. De randvoorwaarden zijn er, maar dat betekent niet dat ik nu tevreden achterover leun. Ik evalueer mezelf dagelijks: wat heb ik goed gedaan, wat niet, en had ik het anders kunnen doen? Dit is een ritueel geworden, ik doe het haast ongemerkt. Naarmate ik ouder word, lukt het leidinggeven me steeds beter. Er zullen vast natuurtalenten zijn die al op jonge leeftijd heel goede leiders zijn. Maar ik ben blij dat ik af en toe mijn kop gestoten heb en het vak op die manier heb geleerd.

10 tips voor leidinggevenden

Elke leidinggevende maakt fouten. Ook ik leerde het vak met vallen en opstaan. De belangrijkste lessen die ik heb geleerd heb ik vertaald in 10 tips voor goed leiderschap.
En de elfde tip: wil je werken aan jouw ontwikkeling als leidinggevende? Kijk dan eens naar onze leiderschapsprogramma’s Leidinggeven kun je leren en Leidinggeven is een vak!

Hoe streng ben jij?

Maaike Brasser

“Hoe streng ben jij?”

Een ongewone vraag om te stellen en ongewoon om over na te denken. We meten onze eigenwaarde vaak aan de hand van de prestaties die we leveren. In coaching kijken we niet alleen naar de prestaties die je levert of de doelen die je nog wilt behalen, maar ook naar hoe je naar het beeld van jezelf kijkt. Hoe streng jij bent kan namelijk best bepalend zijn in de ‘run naar het succes’.

Iedereen heeft een lijst van eisen die men aan zichzelf stelt, laten we daarmee beginnen. Het ontstaat in de opvoeding, je kijkt het af van belangrijke sleutelfiguren en gaandeweg leer je ‘hoe het heurt’. Vaak ben je je totaal niet bewust van het interne eisenlijstje dat ontstaan is en daarom ook niet bewust van wanneer het je belemmert in je functioneren.

Ik heb in mijn werk als loopbaancoach veel eisenlijstjes mogen inzien van mensen in een coachingstraject. Soms zijn het grote ‘opdrachten’ en soms lijken het futiliteiten die toch belangrijk zijn. Ik noem een aantal voorbeelden; misschien herken jij ze ook?

Niks mis mee toch? Ik denk dat we dit allemaal in meer of mindere mate herkennen. We hebben vaak een beeld gevormd van wie we willen zijn en hoe we ons moeten gedragen om ‘goed, leuk, of geslaagd’ te zijn. Als we dit allemaal herkennen waarom dan toch hier op focussen in een coachingstraject?

Omdat het leven niet zo maakbaar blijkt te zijn als dat eisenpakket je doet geloven. Het leven overkomt je. Door de komst van een nieuwe directie verandert jouw dagelijks werk zodanig dat het niet meer bij jouw waarden past. Door ouderdom worden ouders afhankelijker van hulp bij boodschappen en andere zorg. Door ziekte heb je niet meer de energie van eerder. Door verlies moet je iemand missen die belangrijk voor je was.

Ja, in een ideale wereld is het eisenlijstje een leuke ‘checklist’ waar je voldoening uit haalt bij het afvinken. Maar omdat het leven onvoorspelbaar is en eigenlijk niet te regisseren valt, kan het eisenlijstje ineens een opgave worden. Je voldoet niet meer aan jouw eigen eisen en in plaats van dat je met mildheid naar jezelf en je omstandigheden kijkt, probeer je nog beter je best te doen: “Ik moet sterk zijn, ik moet volhouden”.

Tijdens coachingsgesprekken zie ik dat mensen vooral controle op de omgeving proberen te krijgen, om toch aan alle eisen te kunnen voldoen. “Als mijn leidinggevende nu zus of zo zou doen. Als het me lukt om te zorgen dat… Als zij nu ook haar deel oppakt… Als ik opvang heb geregeld voor… Dan kom ik aan mezelf toe en tot rust”. Sommige mensen weten dit ‘als, dan’ denken uit te rekken tot het pensioen. “Als ik met pensioen ga, dan…”

De omgeving controleren kost echter veel energie en geeft frustraties. Dan vraag ik: “hoe streng ben jij?” Maak eens een lijst. Welke eisen zitten je op de nek, waar wil je zo graag aan voldoen en wat moet er gebeuren voordat je tot rust kunt komen? Selecteer eens welke eisen door een ander aan jou zijn opgelegd en welke eisen jij jezelf hebt gesteld.

Het is vaak deze ongezonde interne dialoog die ik zie resulteren in een burn-out. Bij een burn-out krijgen werknemers het advies rust te nemen en thuis te herstellen. Maar de rust en het herstel komt meestal niet vanzelf. Men voldoet niet meer aan de eisen die men aan zichzelf heeft gesteld om ‘goed, leuk, of geslaagd te zijn’, waarop mensen met een burn-out zichzelf veroordelen als ze thuis komen te zitten: “Ik mag mijn collega’s niet in de steek laten. Ik moet me niet aanstellen. Ik moet ontspannen. Ik mag niet ziek zijn”.

Wat ik probeer in een coachingstraject is om je bewust te maken van dit eisenpakket: waar komt het vandaan en wat is er van waar? Soms vinden mensen het een heel normaal eisenpakket en zijn ze verrast als ik er vraagtekens bij plaats.

Om er achter te komen of je realistische eisen aan jezelf stelt zou je jezelf het volgende kunnen afvragen: stel ik deze eisen ook aan mijn beste vriend? Is dit een eisenpakket dat ik ook mijn kinderen wil meegeven? Voelt dat goed of wordt het nu toch een beetje benauwend?

Dan is het tijd om aan een nieuwe lijst te werken. Eén die ik niet voorschrijf of adviseer, maar eentje die de coachee zelf maakt. Een eisenlijst die rekening houdt met het onvoorspelbare leven omdat de nuance vaak zoveel meer lucht geeft: ‘Ik wil het huis schoon houden en soms heb ik het te druk. Ik wil klaarstaan voor mijn collega’s en daardoor ben ik soms later met mijn andere taken. Ik wil graag voor anderen zorgen, en ik mag ook zelf om hulp vragen. Ik mag kwetsbaar zijn en emoties delen. Ik wil een leuke partner zijn en dat lukt niet altijd. Ik ben een betrokken ouder en ik maak ook fouten’.

Ik weet ook dat het maken van een nieuwe lijst niet in één keer tegenwicht kan bieden aan de ‘oude lijst’ die al jaren de dienst uitmaakt. Maar het begint bij bewust worden van de interne dialoog en vraagtekens zetten bij de dingen die zo vanzelfsprekend lijken. Oude eisen uitdagen en toetsen op haalbaarheid met iemand die je vertrouwt. Daarna vasthouden aan jouw nieuwe ‘regels’ en er voor kiezen om uit te rusten als je te moe bent om de ramen te lappen na een volle werkweek. En dan op een dag door je vieze ruiten kijken naar hoeveel moois er te zien is wanneer je begint met het stellen van realistische eisen.

Onze opdrachtgevers willen investeren in werkgeluk. Ik wil ze laten zien dat in een organisatie de werkbeleving van collega tot collega kan verschillen, door het eisenpakket dat ze zichzelf opleggen en de interne dialoog die daaruit voortvloeit. Eén collega gaat bijvoorbeeld fluitend naar het werk (interne dialoog: Ik mag fouten maken. Als het niet lukt, vraag ik om hulp) En de andere collega met dezelfde taken loopt volledig stuk (interne dialoog: ik mag geen fouten maken. Als het niet lukt, sta ik er helemaal alleen voor). Dat kost zoveel meer energie.

‘Hoe streng ben jij’ is een oefening die voort komt uit ACT (Acceptance and Commitment Therapy). Een coachmethode waar ik veel mee werk, onder andere gebaseerd op mindfulness en positieve psychologie. Met deze methode werken we aan mentale veerkracht om te leren omgaan met uitdagingen en tegenslagen, in plaats van er tegen te vechten.

De uitspraak van Franciscus van Assisi (1181-1226) omvat veel van het gedachtengoed van ACT:

“Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen. Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen. Geef me het inzicht om het verschil tussen beide te zien.”

ACT is een wijze van benaderen, anders leren kijken, oefenen en uitproberen. Je leert leven naar jouw eigen waarden en leert omgaan met emoties in plaats van ze proberen te veranderen. Dit is één van de vele oefeningen uit onze aanpak. Wil je meer weten? Laat je eens verrassen wat wij voor jou persoonlijk of voor jouw organisatie kunnen betekenen!

 

Cvites is al 20 jaar onderdeel van mijn leven, nu ben ik onderdeel van Cvites

Sanne Hoving

Van jongs af aan was het mijn vaders grote droom om ooit voor zichzelf te beginnen. Twintig jaar geleden maakte hij deze droom waar. Samen met zijn compagnon Laurens begon hij zijn eigen bedrijf. Ik wist een beetje waar mijn vader mee bezig was en dat er veel tijd en energie in zat. Verder was ik als brugklasser vooral met mijn eigen leven bezig. De geboorte van Cvites was de achtergrond van mijn eerste huiswerk, mijn eerste schoolfeest en mijn eerste zoen.

Wat ik wilde worden veranderde wekelijks: schrijver, boerin, hotelmanager, bondscoach, letselschadeadvocaat (ja, zo specifiek was het). Ik vond eigenlijk alles wel leuk. Totdat het werkende leven begon. Mijn eerste bijbaantje was het bezorgen van tijdschriften. Een van de weinige dingen die je mag doen op je veertiende. Het mooiste was dat je wist wie in de buurt een abonnement op de Playboy had. Maar tijdens het fietsen met die grote, zware fietstassen verging het lachen me snel. Toen ik het geld voor een dansreis bij elkaar gespaard had was mijn carrière als tijdschriftenbezorger dan ook snel voorbij.

Het plan: journalist worden

Op mijn zestiende was mijn loopbaanplan voor de volgende tien jaar geschreven. Ik zou Communicatie- en Informatiewetenschappen studeren als toegangsticket voor een master Journalistiek. En daarna zou ik als journalist gaan schrijven over onderwerpen als klimaatverandering, uitbuiting, dierenleed en ongelijkheid.

Acht van de tien jaar verliep alles volgens plan. Uit persoonlijke interesse en om inhoudelijk wat sterker te worden volgde ik ook nog de bachelor filosofie, waarvoor ik een half jaar naar Berlijn ging. Mijn bijbaan bij Albert Heijn zegde ik op om een online beursjournaal te gaan presenteren. Ik werd toegelaten tot de master journalistiek. En toen kwam ik erachter dat het vak waar ik van droomde toch niet helemaal was wat ik me ervan had voorgesteld. Alle bevlogen docenten van ‘het mooiste vak van de wereld’ ten spijt kreeg ik steeds meer weerstand tegen het schrijven. De ‘kritische distantie’ die nodig was voor een goed stuk ervoer ik als afstandelijk en onpersoonlijk. Toen ik tijdens een stage ook nog eens een begeleider kreeg met wie het helemaal niet klikte was het gedaan en heb ik het hoofdstuk journalistiek gesloten.

Dat ging natuurlijk niet zonder slag of stoot. Meteen na je afstuderen besluiten dat je het verkeerde vak hebt geleerd, is eng. Zeker als je net naar de andere kant van het land bent verhuisd en je vertrouwde omgeving vaarwel hebt gezegd. Terwijl ik hiermee worstelde, ging ook Cvites door een diep dal. Als gevolg van de financiële crisis verloor het bedrijf veel klanten en was er geen vraag meer naar een groot deel van de dienstverlening. Net als ik moest ook Cvites zichzelf opnieuw uitvinden. Tijdens dat proces vonden we elkaar: met mijn communicatieachtergrond kon ik Cvites helpen zichzelf opnieuw in de markt te zetten. Zo kreeg ik relevante werkervaring en Cvites een nieuwe website.

Mijn eerste carrièreswitch

Werken tussen de loopbaancoaches is handig als je op zoek bent naar een baan. Via Cvites-collega Heidy kwam ik in contact met Adecco, waar ik mijn eerste stappen zette in de arbeidsbemiddeling. Hier kon ik mijn journalistieke vaardigheden toepassen, zoals vragen stellen, niet bang zijn om op mensen af te stappen en snel verbanden leggen, maar dan als betrokkene en met als doel een langere samenwerkingsrelatie op te bouwen.

De arbeidsbemiddeling is een fantastische sector als je graag nieuwe mensen ontmoet, nieuwsgierig bent naar verschillende bedrijven en sectoren en houdt van snel en zelfstandig werken. Maar het is ook een sector met een hoog verloop van collega’s en veel onderlinge competitie. Die keerzijde ging mij tegenstaan en na vijf jaar in de uitzend- en detacheringswereld voelde ik dat het tijd werd voor iets anders.

(Weer) tijd voor verandering

(K)raamvisite in Coronatijd

Het afgelopen jaar veranderde alles. Ik verhuisde van Rotterdam naar Utrecht, kreeg een kind en zag tijdens mijn zwangerschapsverlof hoe de coronacrisis de wereld platlegde. Ineens moest alles op afstand. Een borrel, concert of onderwijs op afstand haalt het niet bij het origineel. Maar in veel andere vakgebieden blijkt er toch meer digitaal te kunnen dan we altijd dachten. Zo ook bij Cvites.

 

Corona heeft de afstand tussen Utrecht en Emmen verkleind en creëerde voor mij een mogelijkheid die ik lang ontkende. Want in dit jubileumjaar begin ik mijn carrière als loopbaancoach in het bedrijf van mijn ouders. Ouders, ja, want ook mijn moeder is al jarenlang onderdeel van Cvites. Aan de ene kant voelt het vertrouwd om te werken met de mensen waarvan je de normen en waarden van jongs af aan hebt meegekregen. Aan de andere kant is het ook spannend om zoveel te delen en niet alleen familie, maar ook collega’s van elkaar te zijn.

Maar juist door de omweg die ik heb gevolgd en de ervaringen die ik zelf meeneem, heb ik er alle vertrouwen in dat we werk en privé op de juiste manier weten te mengen en te scheiden. Twintig jaar na de oprichting is Cvites volwassen geworden, en ik ook. Vanuit die basis gaan we de samenwerking aan. En mocht het toch eens ingewikkeld worden, dan is er altijd nog een team van kritische collega-coaches om op terug te vallen. Want als ik één ding heb gezien bij Cvites, is dat iedereen ook zichzelf en elkaar een spiegel durft voor te houden.