Tag archieven: Burn out

De levenslessen van schooldirecteur Ad-Jan: ‘Leren is durven falen’

Sanne Hoving

Als Ad-Jan van Larsdonk zichzelf voorstelt, vertelt hij eerst over zijn kinderen, dan over de plek waar hij woont (midden in het bos) en dan pas over zijn werk. Het maakt meteen duidelijk: wie hij is, is voor Ad-Jan belangrijker dan wat hij doet. En juist dat bepaalt hoe hij kijkt naar zijn werk als schooldirecteur. Als leidinggevende wil hij iedereen de ruimte geven om te zijn wie ze zijn, óók als dat betekent dat je soms zorgen van thuis meeneemt naar het werk.

Zijn hele werkende leven heeft Ad-Jan in het onderwijs gewerkt. Op zijn 29e was hij voor het eerst schooldirecteur. Zijn pad is er één met hobbels en bobbels. Niet alleen op werkgebied, maar ook privé. ‘Ik heb er tot mijn vijftigste over gedaan om te ontdekken wie ik was’, vertelt hij. En nu mag iedereen het weten: in alle openhartigheid deelt hij zijn pieken én dalen.

De bodem van de put

Tien jaar geleden had Ad-Jan alles voor elkaar. Samen met zijn vrouw, die hij kende van de pabo, had hij een groot huis, een zoon, een dochter en een hond. En toch begon er geleidelijk iets te knagen, een gemis, een zoektocht naar betekenis. Er volgde een burn-out, een scheiding, verlies van een baan, een nieuwe relatie die ook weer stukliep.

Op het dieptepunt, in 2019, woonde hij weer tijdelijk bij zijn moeder, elf hoog op een flat in Emmen. Dit dieptepunt had hij nodig om weer vooruit te kunnen. ‘Juist door de bodem van de put bereikt te hebben kon ik weer omhoog’, blikt Ad-Jan terug. ‘In het verleden deed ik gewoon wat ik deed en was ik me er niet eens van bewust dat ik vertrouwen nodig had. Nu heb ik bewust vertrouwen in mezelf. “Wie ben ik?” is de moeilijkste vraag die je kunt stellen, en daar heb ik eindelijk een antwoord op.’

Hij is bewust open over die moeilijke periode. Ook zijn kinderen hebben zijn zoektocht en worsteling van dichtbij meegemaakt. Het raakt hem dat ze zijn verdriet hebben moeten zien, maar hij hoopt ook dat ze geleerd hebben van zijn kwetsbaarheid. Ad-Jan: ‘Mijn vader zei altijd: doe het maar zoals ik het zeg, dan komt het goed. Ik hoop dat mijn eigen kinderen zien dat fouten maken erbij hoort.’

Dit ben ik, dit kan ik, take it or leave it

Als iemand die wars is van het klakkeloos volgen van systemen en vaste procedures heeft Ad-Jan ook op zijn werk de nodige moeilijkheden gekend. Dat begon al op de pabo, waar hij alles nét even anders deed dan werd voorgeschreven. Het bereikte een climax toen hij werkte op twee zeer zwakke scholen in Stadskanaal.

‘Ik had net een interim-opdracht gedaan, toen ik door dezelfde schoolbestuurder werd gevraagd voor een nieuwe opdracht’, vertelt Ad-Jan. ‘Ik moest een zeer zwakke school weer “op groen” krijgen (verbeteren zodat de school voldoende scoort bij inspectie) en kreeg een brief waarin stap voor stap beschreven stond hoe ik dat moest doen.’

En toen knapte er iets. Ad-Jan: ‘Dat iemand mij vertelde hoe ik iets moest doen, wat ik moest doen, hoe ik mij moest verantwoorden, terwijl ik net een superklus voor hem had gedaan, daar had ik echt geen zin in. Ik kreeg nog een ontwikkeltraject aangeboden, maar ik heb de opdracht teruggegeven, zonder dat ik iets anders had. Het gevoel van onafhankelijkheid dat ik toen had, dat wil ik niet meer kwijt. Dit ben ik, dit kan ik, take it or leave it.’

Een fusie en weerstand

Met die instelling kreeg Ad-Jan per 1 augustus 2020 de opdracht van Stichting Primenius om de twee kleine basisscholen De Hoeksteen en Braakhekke bij de voorgenomen fusie te leiden. De Hoeksteen is een kleine basisschool aan de rand van Emmer-Compascuum. Het is een katholieke basisschool met historie, geworteld in een hechte gemeenschap. Braakhekke is een protestants-christelijke school midden in het centrum van het dorp. De school behoort tot een ander bestuur, dat van Viviani.

De fusie en de bouw van het nieuwe schoolgebouw waren al meerdere malen uitgesteld en opnieuw bediscussieerd toen Ad-Jan aan zijn nieuwe baan begon. In november 2020 werd opnieuw besloten om de voorgenomen fusie op te schorten.

In plaats van directeur van een fusieschool was Ad-Jan vanaf dat moment directeur van een kleine dorpsschool die haar eigen identiteit moest terugvinden. Ad-Jan: ‘We hadden te maken met ingewikkelde omstandigheden en daar ging het steeds over: fusie, geen fusie, nieuwbouw, geen nieuwbouw, een kleine dorpsgemeenschap die er wat van vindt. En daardoor wisten we niet meer waar onze eigen kracht lag.’

Teamcoaching door Cvites

Dus ging het team van de Hoeksteen op zoek naar die eigen kracht. Met het hele team begonnen ze aan een coachtraject bij Cvites: vijf leerkrachten en Ad-Jan. ‘Ik wilde erin zitten als één van hen, niet als de directeur. Ik ben ook onderdeel van het team.’

Volgens Ad-Jan is er niet eens echt aan de boom geschud. Wat er vooral is gebeurd: er is een hulpvraag gekomen en er is duidelijkheid gecreëerd. Ad-Jan: ‘Onze hulpvraag was: Hoe worden we gezamenlijk een krachtig team en hoe word ik (als collega) deel van dat team?’

Tijdens het traject viel het team uit elkaar. Drie leerkrachten vertrokken en er kwamen drie nieuwe collega’s voor in de plaats. ‘Ik zie dat als iets positiefs’, zegt Ad-Jan. ‘Door de onduidelijkheid rondom de fusie zat de boel op slot. Nu is de spanning eruit. En de vertrokken collega’s zijn blij op hun nieuwe werkplek.’

Een nieuw, trots team

Na een korte pauze door het vertrek van de collega’s ging het teamtraject door. De aanpak en methodiek volgens het teamwiel van Vroemen bleven hetzelfde, maar er werd een inhaalslag gemaakt om de nieuwe teamleden mee te nemen in de nieuwe situatie. Zo werd in een snelkookpan een nieuw team gesmeed, waar Ad-Jan nog steeds met veel plezier leiding aan geeft.

‘Door het traject bij Cvites hebben we meer oog voor elkaars kwaliteiten’, zegt Ad-Jan.

Wat merkt Ad-Jan in de praktijk van het traject? ‘We zijn echt een team: mensen durven het aan te geven als iets niet lukt en vragen elkaar om hulp. Ook hebben we meer begrip van elkaars drijfveren. Één collega met wie ik vorig jaar botste, werkt er nog. We zijn het nog steeds niet altijd eens, maar door het traject bij Cvites hebben we veel meer oog voor elkaars kwaliteiten en ontwikkelpunten. We verstaan elkaar beter en dat maakt het samenwerken veel leuker.’

‘Er is een bepaalde trots ontstaan’, gaat hij verder. ‘Niet alsof nu ineens alles lukt, maar als dingen misgaan, kunnen we het bespreekbaar maken.’

Leren is durven verdwalen in het bos

Juist door fouten te maken en daar open over te zijn leer je het meest. In de woorden van Ad-Jan: ‘Leren is de faalkundigheid testen. Durven te verdwalen. Het bos in gaan en dan niet over de paden gaan, maar gewoon gaan.’

Misschien dat hij zich daarom zo thuis voelt in het bos. Na de periode bij zijn moeder in de flat vond hij met zijn nieuwe liefde Anita een huis midden in het bos bij Odoorn, waar hij het geluk heeft teruggevonden. Hij geniet van het groen om hem heen en hakt zijn eigen hout. De spaanders neemt hij voor lief.

Bedrijfsarts Jerom redt niet je leven, maar wel je loopbaan: ‘Geluk in werk is zo belangrijk’

Door Sanne Hoving

Als bedrijfsarts spreekt Jerom Veenstra veel mensen die ziek worden van hun werk, of mensen die door ziekte op zoek moeten naar ander werk. Hij spreekt werkgevers, werknemers, collega-artsen en is behalve met zieke medewerkers ook steeds meer bezig met het verbeteren van gezondheid en werkplezier. Een afwisselende en veelzijdige baan, al was bedrijfsarts worden niet zijn ambitie toen Jerom 20 jaar geleden geneeskunde studeerde.

Jerom Veenstra in zijn spreekkamer

‘Als basisarts stond ik op het punt een specialisme te kiezen toen ik vader werd. Ik dacht: ik parkeer mijzelf een jaar als arbo-arts en ga dan verder. Maar ik vond het een geweldig vak! Veel leuker dan de reputatie die het beroep heeft. Je bent misschien niet bezig met het redden van levens, maar wel met zingeving. Dat is enorm waardevol.’

Het reputatieprobleem van de bedrijfsarts

Onder studenten geneeskunde is het nog steeds geen populair specialisme (behalve dan voor hen die afknappen op de lange werkdagen in het ziekenhuis), maar ook in de maatschappij heeft de bedrijfsarts een reputatieprobleem. Het beeld dat veel mensen hebben, van de bedrijfsarts die door de werkgever wordt ingehuurd om zieke medewerkers ‘aan het werk te schoppen’, wil hij graag ontkrachten. Niemand is er immers bij gebaat als een zieke medewerker te snel weer aan het werk gaat en even later opnieuw uitvalt.

Jerom ziet zijn rol als bedrijfsarts het liefst als partner van de werkgever om de gezondheid van medewerkers te verhogen. Hij werkt graag samen met bedrijven die vitaliteit hoog op de agenda hebben, zodat hij mensen kan helpen zich lekker te voelen in hun werk. Inmiddels kan hij met zijn bedrijf hier klanten op selecteren, maar deze luxe heeft hij niet altijd gehad.

Van regeldruk naar regelruimte

Jerom heeft veel behoefte aan vrijheid en ‘regelruimte’

Voordat hij in 2012 voor zichzelf begon, werkte hij bijna tien jaar in loondienst als arbo-arts. Hoewel hij enthousiast begon, zag hij het vak ontwikkelen in een richting die hem niet aanstond. ‘Ik was bezig met registraties, geld, regeltjes. Daardoor verloor ik het plezier in mijn werk. In 20 minuten moest ik het probleem van een cliënt doorgronden en de stappen uitleggen en een werknemer zover krijgen dat hij stappen onderneemt waar hij tegenop ziet. Dat is niet te doen. En het is ook niet nodig. Ik spreek mensen nu 45 minuten tot een uur en hoef echt geen hogere prijs te rekenen dan een grote arbodienst.’

De vrijheid om zonder onnodige regeltjes en ruimte om de dingen op zijn eigen manier te doen, houden Jerom vitaal. Hij heeft een grote behoefte aan wat hij noemt ‘regelruimte’, iets wat volgens hem voor veel medewerkers bijdraagt aan hun werkgeluk, maar wat ook steeds meer verdwijnt in regeltjes en standaardprocedures. Zie hier een recept voor burn-out.

De grote modeziekte

Een recept, want er zijn er meerdere. Overspannenheid, stress en burn-out zijn echt de grote modeziekten van deze tijd, zegt Jerom. Enerzijds komt dat doordat het taboe er af is, maar anderzijds neemt het ook echt toe. En daar zijn vele oorzaken voor, die niet alleen de verantwoordelijkheid zijn van de werkgever.

‘Natuurlijk zijn er werkgevers die de druk en de verwachtingen te hoog opvoeren. Maar mensen doen dat vaak ook zelf,’ zegt Jerom. ‘Een groot probleem dat ik zie, is dat mensen steeds minder keuzes maken. Ze willen een gezin én allebei fulltime werken. Een dikke baan met veel verantwoordelijkheden én vaak op vakantie. Als je daar slapeloze nachten van krijgt, los je dat niet op met oxazepam, dan moet je leren om keuzes te maken. Anders komt het probleem bij je terug.’

Naast de werkgever en de werknemer vindt Jerom dat ook de overheid zijn verantwoordelijkheid moet nemen in het bestrijden van overspannenheid en burn-out. ‘Onze geestelijke gezondheidszorg is soms echt op derdewereldlandniveau’, zegt hij. ‘Overspannenheid is de meest voorkomende ziekte en wat zeggen verzekeraars? Het bestaat niet, want het staat niet in de DSM-5 (het internationale handboek voor de diagnose van psychische aandoeningen). Dus wordt de behandeling niet vergoed. En de overheid doet daar niets aan, laat het probleem aan werkgevers en werknemers. Terwijl er ook veel niet-werkenden zijn die overspannen raken.’

De invloed van corona

Als er iets ons werk het afgelopen jaar heeft beïnvloed dan is het wel corona. Het virus raakt iedereen, maar vooral de zorg. ‘Vergeleken met andere branches zijn de arbeidsvoorwaarden in de zorg niet zo goed. De mensen die ervoor kiezen doen dat niet voor het geld, maar halen veel voldoening uit het helpen en verzorgen van mensen. Ze zetten zichzelf op plek twee, of vijf. Gaan kortom aan zichzelf voorbij. Er was al een hoog verzuim in de zorg, en toen kwam corona er nog eens bij.’

Volgens Jerom werken veel zorgmedewerkers meer uren dan dat in hun contract staat. Dat komt door het landelijk bestaande personeelstekort. En dat zal naar verwachting alleen maar toenemen. Al is het einde van de crisis in zicht, we moeten niet raar opkijken als er nog een grote verzuimgolf in de zorg aankomt. Van de mensen die nu heel hard op hun achterste benen lopen, maar als het straks niet meer keihard nodig is overspannen thuis komen te zitten.

Bescherming van werknemers

In de ontwikkeling van zijn vak heeft Jerom de wetgeving de afgelopen jaren zien veranderen ten gunste van de medewerker. Die wordt beter beschermd, ook in zijn privacy. Bij uitval door ziekte moet er nu verplicht een bedrijfsarts worden ingeschakeld. En dat was nodig ook.

In 2002 kwam de Wet Verbetering Poortwachter. Die legde meer druk op werkgevers om mensen aan het werk te houden, zegt Jerom. ‘Die druk werd in sommige gevallen afgewenteld op de medewerker. Met het “verzuim eigen regie model” ontstond er meer invloed van werkgevers en werknemers. Met helaas ook negatieve uitwassen waar de bedrijfsarts op afstand werd gehouden en medewerkers onder druk werden gezet.’ De AVG (privacywet uit 2016) en de aangepaste arbowet (2018) maken dat werknemers beter beschermd worden en recht hebben op goede arbozorg. En daar is hij blij mee.

Alles heeft echter een keerzijde. Wat Jerom nu ziet, is dat in sommige gevallen de wetgeving wellicht iets te veel in het voordeel van de medewerker uitpakt. Hij noemt het voorbeeld van een medewerker die voor de tweede keer in drie jaar tijd meer dan een half jaar overspannen thuis komt te zitten. Jerom: ‘Als dat komt doordat je bepaalde adviezen niet opvolgt, kan een werkgever daar weinig mee, en ook het UWV oordeelt niet erg streng op de inspanning van de werknemer.’ Gelukkig zijn dergelijke negatieve uitwassen echt een kleine minderheid.

Iedereen doet zijn best

Tot zover het gemopper over negatieve ontwikkelingen, want over het algemeen ziet Jerom het glas het liefst halfvol. Hij ziet werkgevers echt hun best doen op inzetbaarheid en vitaliteit en daar goede resultaten mee behalen. De afgelopen jaren is er bij werkgevers en werknemers een verschuiving van “achteraf problemen oplossen”, naar preventieve acties en het bewustzijn dat voorkomen beter is dan genezen.

‘Toen ik in 2004 aan kwam zetten met interventies als fysiotherapie, psychologie, bedrijfsmaatschappelijk werkers en revalidatietrajecten moest ik heel hard werken om werkgevers en werknemers mee te krijgen. Tegenwoordig werken de meeste werkgevers en werknemers daar gemotiveerd aan mee, en vragen ze er zelf om. Dat is ook hoe de wetgeving bedoeld is. Je wilt gewoon dat iedereen zijn best doet en zijn verantwoordelijkheid neemt. Zodat problemen opgelost worden en werken leuk is en voldoening geeft. Niet meer en niet minder.’

Mijn burn-out leerde me veel over mezelf, dat geef ik nu mee aan anderen

Anita van Veen

Toen Anita twintig jaar geleden terugkwam van zwangerschapsverlof en niet eens de krant kon lezen, wist ze dat er iets mis was. Toch duurde het nog anderhalf jaar voordat ze écht durfde toe te geven dat ‘het’ op was. Ze moest en zou eerst nog even de heao afmaken. Toen dat eenmaal gelukt was, ging het licht uit.

Zoals wel vaker met een burn-out was ik zelf de laatste die het doorhad. De bedrijfsarts stelde de diagnose. Toen ik terugkwam van die afspraak, kwam ik bij het kopieerapparaat het hoofd P&O tegen. ‘Ik heb een burn-out’, zei ik. Hij: ‘Dat zag ik wel aankomen.’ Daar werd ik zo boos om, hoezo had hij dat niet eerder gezegd?

In januari 2001 kwam ik terug van zwangerschapsverlof na de geboorte van onze tweede dochter. Ik was moeder van twee kinderen, kostwinner en bezig met de heao commerciële economie. De jaren ervoor had ik carrière gemaakt binnen de Rabobank. Van reisadviseur, naar binnendienstmedewerker, naar beleggingsadviseur. Mooie stappen voor iemand met alleen een havodiploma op zak.

Ik moest een hbo-diploma hebben om als beleggingsadviseur te mogen blijven werken. Daarom was ik naast mijn fulltimebaan begonnen aan de heao. Met een baan, studie en een jong gezin waren het al tropenjaren, maar er speelde ook nog iets anders.

De verkeerde carrière

Terwijl ik druk bezig was de carrièreladder te beklimmen, kwam ik er langzaam maar zeker achter dat die ladder tegen de verkeerde muur stond. Ik ben van nature voorzichtig en hou van zekerheid, en dat is niet iets wat echt bij beleggen past.

Ik ben (te) lang doorgegaan en eerlijk is eerlijk, ik voelde me ook wel gevleid door de kansen die ik kreeg. Ik wist niet goed wat ik kon en wilde, maar was wel trots op het vertrouwen dat ik kreeg in mijn functie en dat ik alsnog mijn hbo-diploma haalde. Al was het op mijn tandvlees, tegen het advies van de bedrijfsarts in.

Achteraf is dat de eerste keer dat ik echt voor mezelf opkwam. Ik had drieënhalf jaar gestudeerd, viel ziek uit, en toen leek het de bedrijfsarts verstandig dat ik ook zou stoppen met mijn opleiding. In 2002 ben ik toch afgestudeerd, terwijl ik al ziekgemeld was. En toen dat klaar was, was ik zo ontzettend moe. Ik heb allerlei hulp gehad, maar het belangrijkste wat ik in die tijd heb gedaan, was slapen. Zelfs een boek lezen ging niet, terwijl ik normaal echt een boekenwurm ben.

Langzaam weer opkrabbelen

Uiteindelijk kreeg ik hulp van een haptonoom. Zij benaderde mijn burn-out als iets fysieks. Dat hielp mij langzaam weer wat op te bouwen: een uurtje inspannen, een uurtje rusten. Wat daarvoor cruciaal was, was de hulp van mijn man. Die heeft er heel veel voor gedaan om mij ruimte en rust te geven.

Aan het einde van mijn tweede ziektejaar kreeg ik de mogelijkheid om een TSI-certificaat te halen op het gebied van gedrag en drijfveren. Daar werd het eerste zaadje geplant voor mijn nieuwe passie: psychologie. Om dagritme te krijgen ben ik daarom psychologie gaan studeren aan de Open Universiteit. Naast het ritme gaf het me nog iets anders: een gevoel van succes.

Een nieuw doel

Na een jaar studeren aan de Open Universiteit ben ik op zoek gegaan naar een meer praktische opleiding. Ik kwam uit bij de opleiding tot loopbaanadviseur van Schouten en Nelissen. Toen had ik weer een titel: ik was loopbaanadviseur. Een werkloze loopbaanadviseur, maar toch.

Vacatures voor loopbaanadviseurs zijn er weinig, de meesten zijn zzp’er. Maar in de krant had ik een artikel gelezen over Cvites. Dat leek me zo’n leuk bedrijf. Toevallig kwam de directeur, Geert, bij mijn man in de winkel voor hardloopschoenen. ‘Een heel aardige man, die kun je zo aanspreken’, zei hij. Dus ik ben op een donderdagavond naar de bedrijvencontactdagen gegaan en heb daar Geert aangesproken. Op maandagochtend had ik een re-integratieplek te pakken.

Mijn eigen gebruiksaanwijzing

‘Ik kan mijn werk doen op mijn eigen manier, en dat voelt goed.’

Inmiddels werk ik ruim 15 jaar met veel plezier bij Cvites. Mijn eigen ervaring neem ik mee in mijn werk als coach. Een belangrijke les voor mezelf, die ik nu aan mijn cliënten probeer mee te geven: jezelf kennen is leren met jezelf omgaan. Burn-out is niet alleen het herstellen van vermoeidheid, maar ook het omgaan met je eigen gebruiksaanwijzing.

Ik kan qua aantal cliënten misschien minder aan dan een collega, maar dat wil niet zeggen dat ik minder hard werk. Doordat ik dat weet vraag (en krijg!) ik de vrijheid om mijn werk te doen op de manier die bij mij past. Zo kan ik de diepte in en me bezighouden met de vraag die mijn passie is geworden: wat beweegt mensen en waarom doen ze wat ze doen?

Elke dag keuzes maken

Zonder mijn burn-out had ik die passie misschien wel nooit ontdekt. Alle keuzes die ik tot die tijd maakte, waren keuzes die me waren overkomen. Ik heb echt leren kiezen wat ik wil en mijn leven is daar leuker van geworden, ook voor mijn omgeving.

En toch zal ik mijn hele leven blijven balanceren. Het is steeds weer een uitdaging om iedere dag de juiste keuze te maken tussen hard werken en herstellen. Het is nu 20 jaar na mijn eigen burn-out, en dit jaar begin ik met een opleiding tot burn-outcoach. Het voelt perfect, want daarmee is voor mij de cirkel nu écht rond.

Van ‘moeten’ naar plezier, rust en zekerheid.

Anita van Veen

Ik ben Ilse en werk als logopedist. Ik heb in mijn arbeidsverleden altijd volledig gewerkt. Al bijna 30 jaar werk ik in de gehandicaptenzorg en daarnaast heb ik in het onderwijs en de gezondheidszorg gewerkt.

Door het combineren van die banen heb ik mezelf altijd kunnen ontwikkelen, maar de lat ook altijd erg hoog gelegd. In mijn eerste baan kon ik wegens tijdgebrek niet alles doen wat ik wilde, in mijn tweede baan werd er gaandeweg steeds meer van me gevraagd. De ontwikkelingen gingen snel en ik moest erg veel omschakelen.

De teams, de hoeveelheid, de inhoud, het omschakelen en de onzekerheid die dit veroorzaakte maakte mij overspannen met een burn-out als gevolg. Ik kwam thuis te zitten met wel meteen weer de wil snel te gaan beginnen. Maar toen ik vier dagen thuis zat kreeg mijn vriend een herseninfarct met blijvende gevolgen. Hij belandde na vier maanden in een verpleeghuis en daar woont hij nog steeds. Nu werd het écht te veel; zowel je privé- als werksituatie wordt onderuit geschoffeld. Hoe regel je dat allemaal voor jezelf?

Outplacement bij Cvites

In juli 2015 wist ik dat mijn contract bij de tweede instelling in goed overleg zou stoppen. Er werd mij een outplacementtraject aangeboden bij Cvites. Mijn eerste reactie: ‘Nergens voor nodig, ik kan het zelf wel!’ Maar wat ben ik blij dat ik dit traject ben aangegaan.

Vanaf oktober 2015 heeft Anita van Veen van Cvites mij bijgestaan. Stap voor stap met ruimte voor mijn emoties zijn we mijn proces ingegaan. Er werd een start gemaakt met mijn persoonlijke assessment (TSI); inzicht krijgen in mijn gedrag, drijfveren en motivaties. Sommige zaken weet je wel maar een dergelijk overzicht geeft een heel compleet beeld voor aandachtspunten en juist ook zelfvertrouwen ten aanzien van je eigen persoonlijkheid en efficiënt handelen. Daarnaast zie je wat je graag wilt in je werk en hoe je met verschillende karakters van mensen om kunt gaan (DISC).

Weer solliciteren na 28 jaar, hoe begin je?

Tijdens onze gesprekken bewoog Anita met mij mee en was duidelijk in de strategie die we moesten nemen. Dat was voor mij een stok achter de deur want bijvoorbeeld solliciteren had ik 28 jaar niet gedaan. Ik schreef tips of kreten op om daar meteen in de praktijk wat mee te doen, bijvoorbeeld het uitschrijven van mijn specialisaties; waar ben ik goed in en waarom? Waarom de hoge lat? Waar word ik blij van? Schrappen, delegeren en uitstellen, een woordveld “boos zijn”, mijn Portfolio bijhouden, mijn CV afmaken, kijken op websites, workshops volgen. Dit allemaal om met een goed gevoel naar werk toe te werken.

Ik kreeg steeds meer inzicht. Wat had ik eigenlijk onmogelijk veel gedaan tot juli 2015! En wat werden er veel eisen aan mij gesteld in een situatie waarin mijn vriend ook de nodige zorg nodig had en ikzelf de nodige rust moest nemen. Het werd tijd voor die rust!

Meer rust en zelfvertrouwen

In januari 2016 had ik voor het eerst een uitkering en daar had ik moeite mee, ook al werkte ik op dat moment nog 12 uur en was ik mantelzorger voor mijn vriend. Ook was ik door het gedoe op mijn vorige werk onzeker geworden. Ik kon daar goed met Anita over praten en door de gesprekken met haar kon ik weer omdenken naar mogelijkheden en zelfvertrouwen.

Een nieuwe mogelijkheid kwam er in februari 2016: ik mocht de zwangerschapsvervanging doen van mijn naaste collega in de gehandicaptenzorg. Wat werd dat een fijne tijd op mijn oude stekkie met 28 uur. De uitkomsten van de gesprekken en de opdrachten bij Cvites pasten precies in het werk wat ik deed, maar in juni stopte dat werk weer.

Een ander kan niet ruiken wat jij wilt 

Inmiddels kreeg ik een nieuwe leidinggevende die mijn achtergrond niet goed kende. Ik wilde wel aangeven dat ik heel graag mijn oude baan weer terug wilde wanneer daar de mogelijkheid zou zijn, maar ik vond mezelf een aasgier. Anita ontkrachtte dat meteen en zei dat de werkgever niet kan ruiken wat jij wilt. Ik moest duidelijk zijn! Ook dat leerde ik bij haar, nóg duidelijker zijn in wat je wilt. En dat deed ik.

En toen geschiedde het wonder! Een collega had ook twee banen en een gezin en dat werd haar te druk. Ze had haar ontslag ingediend. Mijn twee andere collega’s wilden mij graag op die plek hebben en zo mocht ik de baan opvullen.

Het resultaat: rust, zekerheid en ruimte voor mezelf

Ik werk nu alweer een half jaar met heel veel plezier 28 uur bij de instelling waar ik in augustus 30 jaar werk. De uitbreiding van uren geeft mij de rust en zekerheid die ik nodig heb. Ook hier zijn genoeg uitdagingen maar de lat hoeft niet zo hoog.

Ik heb meer vrije tijd en dit was ook een wens waar ik nu aan toe kan geven voor mijzelf en wat nodig is voor de mantelzorg voor mijn vriend. Ook werk ik maximaal één middag als logopedist bij het kind en de ouders thuis voor een logopediepraktijk en deze combinatie vind ik geweldig!

Ik heb veel over mezelf geleerd tijdens mijn gesprekken met Anita. Ik heb met meer zelfvertrouwen veel plezier in mijn werk. Ook heb ik weer een actuele CV maar ik denk niet dat ik die de komende jaren nodig heb 🙂

Anita en Cvites dank jullie wel voor jullie steun in een moeilijke maar belangrijke fase in mijn leven.

Ilse