Van medewerkertevredenheidsonderzoek naar geluksmeting

Hoe verantwoordelijk is de werkgever voor het geluk van medewerkers? Woningcorporatie Wierden en Borgen is ervan overtuigd dat gelukkige medewerkers beter presteren. Daarom bieden ze medewerkers jaarlijks het programma Rendement van Geluk. Dit alternatief voor een medewerkertevredenheidsonderzoek geeft inzicht in de mate van geluk, thuis én op het werk. Vervolgens is het aan de medewerker om iets met die inzichten te doen.

Esther Smit was net begonnen als adviseur P&O bij Wierden en Borgen toen vanuit de afdeling Financiën werd voorgesteld het programma ‘Rendement van Geluk’ in te voeren. ‘Er was de wens dat medewerkers meer eigen regie zouden pakken en dit programma past daar beter bij dan een medewerkertevredenheidsonderzoek’, vertelt Esther.

In plaats van een vragenlijst waarin medewerkers hun werkgever beoordelen, gaat het programma uit van zelfsturing. Aan de hand van de antwoorden op de ‘Gelukkig Leven Test’ krijgt elke medewerker een persoonlijk gesprek om inzicht te krijgen in hun mate van geluk en hoe ze dit kunnen beïnvloeden. Daarnaast geven alle testresultaten samen de mogelijkheid om verbeterpunten op team- en organisatieniveau te analyseren.

Gemiddeld een 7,7

Wierden en Borgen deed een pilot met de afdeling Financiën en Ondersteuning en een jaar later werd het programma in de hele organisatie uitgerold. In drie jaar tijd is het gemiddelde gelukscijfer gestegen van een 7,3 naar een 7,7. ‘Een heel mooi cijfer,’ vindt Esther. ‘Zeker voor nuchtere Groningers, die geven niet zo snel een tien.’

Het geluk wordt gemeten aan de hand van vijf thema’s: Veiligheid, stabiliteit en zekerheid, Relaties en liefde, Voldoening, waardering en erkenning, Zelfontplooiing en Betekenisvol leven. Het eerste thema is de basis. ‘Als dat niet op orde is, heb je geen ruimte voor het volgende. Iemand die zich niet veilig voelt, is niet met zelfontplooiing bezig’, legt Esther uit.

Het thema waar Wierden en Borgen dit jaar extra aandacht voor heeft, is waardering en erkenning. Ook hier wordt gezocht naar de eigen invloed van medewerkers. Esther: ‘Het idee is dat het hele team ermee aan de slag gaat, niet alleen de leidinggevende. Wat is waardering en erkenning? Wat heb je nodig? Door het daar met elkaar over te hebben leer je elkaar beter kennen, voel je meer verbinding en loop je ook een stap harder voor elkaar.’

Mensen komen in beweging

Behalve een hoger gemiddeld gelukscijfer heeft het programma vooral beweging opgeleverd, ziet Esther. Een medewerker met een dubbelfunctie heeft voor één functie gekozen, een andere medewerker die niet op zijn plek zat is doorgegroeid binnen de organisatie.

‘Uiteindelijk wil iedereen op een plek werken waar zijn talenten tot hun recht komen. Als organisatie willen we hier graag aan bijdragen, maar wel binnen de kaders van de corporatie. Als iemand graag interieurfoto’s maakt kan dat wellicht onderdeel zijn van het takenpakket, maar wanneer een medewerker daar zijn volledige werk van wil maken dan zal hij op zoek op moeten naar een ander type organisatie’, licht Esther toe.

Holistische benadering van mensen op hun werk

Esther Smit spreekt liever van wellbeing dan van geluk

Ook voor haarzelf heeft het programma veel inzicht opgeleverd, zegt Esther. Zowel privé als op het werk maakt ze scherpere keuzes. Ook is ze begonnen met de leergang ‘Rendement van Geluk’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

‘Het is een interessante studie die me bevestigt in mijn kijk op mensen en werk’, zegt Esther. ‘Ik heb een holistische benadering: mensen nemen hun werk mee naar huis en vice versa. Door je hier als werkgever van bewust te zijn kun je mensen beter faciliteren. Wat niet betekent dat je al hun problemen moet oplossen.’

Af en toe een rotdag

Aandacht hebben voor geluk betekent niet dat mensen altijd gelukkig moeten zijn. Integendeel, vindt Esther. ‘Soms heb je gewoon een rotdag, en dat mag er ook zijn. Wij gebruiken het woord ‘geluk’, de Engelsen zeggen ‘wellbeing’, dat dekt wat mij betreft meer de lading. Daar hoort ook veerkracht en het omgaan met tegenslag bij.’

Die veerkracht zit hem volgens Esther vooral in de kwaliteit van relaties. ‘We leven in een individualistische maatschappij, gericht op consumeren. Maar als je mensen vraagt waar ze de meeste waarde aan hechten dan zijn het vaak toch relaties, verbindingen die ze met anderen aangaan. Gewoon met elkaar in gesprek zijn, dat is toch de basis.’